Door de periode heen maak je een schrijfdossier en een leesdossier. Dit mag je doen in de les als de docent er tijd voor geeft, in je studiewijzer staat wanneer je moet inleveren. Aftekenen mag ook tussendoor.
Schrijfdossier:
in deze periode maak je met de voca van unidad 4 en 5 (WB 1B) 20 zinnen waarin je een (of meerdere woorden) uit het hoofdstuk gebruikt. 10 zinnen per hoofdstuk. Een zin bestaat uit minimaal 4 woorden.
Leesdossier:
Je leest de artikelen in Qué tal en maakt de opdrachten erbij op een blad waar je je naam en de maanden van het blad op hebt gezet.