P1_3_verhaalanalyse_les 2_personages_ruimte_tijd

Verhaalanalyse
Aan het einde van de les:
  • Weet je welke personages in een verhaal kunnen voorkomen
  • Kun je de tijd in een verhaal beschrijven met begrippen
  • Kun je de ruimte/sfeer in een verhaal beschrijven
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Verhaalanalyse
Aan het einde van de les:
  • Weet je welke personages in een verhaal kunnen voorkomen
  • Kun je de tijd in een verhaal beschrijven met begrippen
  • Kun je de ruimte/sfeer in een verhaal beschrijven

Slide 1 - Slide

Planning
  • Werkwoordspelling
  • Check huiswerk
  • Herhaling theorie vorige les
  • Theorie verhaalanalyse
  • Huiswerk voor de volgende les
  • Lezen in 'Het gouden ei' 

Slide 2 - Slide

Oefenen werkwoordspelling
  1. De commissaris … (gebieden) zijn agenten alle fietsers zonder licht te bekeuren, omdat dat veel geld … (opleveren).

  2. De vliegtuigkapers werden na enige onderhandelingen in het … (landen) toestel … (oppakken).

  3. Als kind … (darten) Oliver al beter dan hij … (voetballen).




Slide 3 - Slide

Oefenen werkwoordspelling
  1. De commissaris (gebiedt) zijn agenten alle fietsers zonder licht te bekeuren, omdat dat veel geld (oplevert).

  2. De vliegtuigkapers werden na enige onderhandelingen in het (gelande) toestel (opgepakt).

  3. Als kind (dartte) Oliver al beter dan hij (voetbalde).




Slide 4 - Slide

Check huiswerk
  • Inleveren leesautobiografie (SOM)

  • SP+IN: oriëntatietoets + opdr. 2



Slide 5 - Slide

Leg het verschil uit tussen literatuur en lectuur.

Slide 6 - Open question

Theorie verhaalanalyse (2)
  • Welke personages heb je in een verhaal?

  • Rol van de personages
    helper
    tegenstander

Slide 7 - Slide

Theorie verhaalanalyse (3)
  • In welke tijd speelt het verhaal zich af?
  • Waaraan kun je dat zien?


  • Is het verhaal chronologisch of niet-chronologisch verteld?
  • Verschil terugverwijzing en flashback

  • Doel: verbanden leggen en informatie geven aan de lezer


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Theorie verhaalanalyse (4)

  • Wat is de vertelde tijd?
  • Wat is de verteltijd?

  • Welke invloed heeft dat op het verhaal?
    Gedetailleerd/in grote lijnen verteld




-> uren/dagen/weken/jaren

-> het aantal pagina's 

Slide 10 - Slide

Theorie verhaalanalyse (5)
  • Ruimte
  • Waar speelt het verhaal zich af?
  • Waar kun je dat aan zien?

  • Sfeer
    Hoe ervaar je de sfeer in het verhaal? Prettig of juist niet?
    Welk gevoel krijg je als lezer?





Slide 11 - Slide

'Een kat is maar een kat' (p. 15)
  1. Beschrijf in ongeveer twee zinnen waar het verhaal over gaat.
  2. Beschrijf de volgende begrippen: hoofdpersoon, doel van de hp, helper en tegenstander.
  3. Beschrijf de ruimte van het verhaal.
  4. Beschrijf de sfeer van het verhaal.
  5. Twee flashbacks: noteer regelnummers
  6. Wat is de functie van de flashbacks? Wat heb je eraan als lezer?

Slide 12 - Slide

'Het gouden ei' 
  • Hoofdstuk 1 gelezen

  • Tankstation
  • Karakters Saskia en Rex
  • Getal 8




Slide 13 - Slide

Huiswerk voor de volgende les
  • Lees thuis H2 van 'Het gouden ei' uit.
  • SP+IN 1: maak opdr. 3 t/m 7





Slide 14 - Slide