H2 Samenvatting

H 2 PLAATS EN AFSTAND
SAMENVATTING
Wat gaan we doen:
-  Toets H2 op 17 oktober 
-  huiswerk af? spullen op orde?
-  hw bespreken
-  Leerdoelen H 2
-  Oefenen 
-  maken Samenvatting blz. 66-73
-  Les afsluiten
Wat heb je nodig? Pen, potlood, 
geodriehoek, werkboek, schrift, leerboek, rekenmachine
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H 2 PLAATS EN AFSTAND
SAMENVATTING
Wat gaan we doen:
-  Toets H2 op 17 oktober 
-  huiswerk af? spullen op orde?
-  hw bespreken
-  Leerdoelen H 2
-  Oefenen 
-  maken Samenvatting blz. 66-73
-  Les afsluiten
Wat heb je nodig? Pen, potlood, 
geodriehoek, werkboek, schrift, leerboek, rekenmachine

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

H2 Plaats en afstand
Ik kan/ken:
- werken met een schaallijn
- de plaats van een voorwerp in een bovenaanzicht tekenen
- de begrippen koers en koershoek
- koershoeken meten en tekenen
- m.b.v. koershoeken de plaats op een kaart tekenen
- werken met 3 coördinaten
- met 3 coördinaten de plaats van een punt in de ruimte aangeven

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke windrichting is tegenovergesteld aan het oosten?
A
zuid
B
noord
C
west
D
geen van deze antwoorden is juist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke volgorde van windrichtingen is de juiste?
Ga met de wijzers van de klok mee.
A
west, zuid, noord, oost
B
zuid, west, noord, oost
C
oost, noord, west, zuid
D
noord, oost, west, zuid

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een schip vaart een koers van 90 graden. In welke richting vaart dit schip?
A
westen
B
zuiden
C
oosten
D
noorden

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een vliegtuig neemt een koers van 135 graden. In welke windrichting vliegt dit vliegtuig?
A
noordoost
B
zuidwest
C
oostwest
D
zuidoost

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

 Schaal

Op een kaart wordt meestal met een schaal gewerkt.

  • Wat betekent schaal 1 : 800 000?
  • Hoeveel is dan 5,5 cm op de kaart?
  • Bij een schaal kun je ook een schaallijn tekenen. Bij bovenstaand voorbeeld ziet dit er zo uit:

  • Hiermee kun je de afstanden makkelijker schatten.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Schaal berekenen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welke lijn van de kompasroos ligt er op 0°?
A
Het noorden
B
Het oosten
C
Het zuiden
D
Het westen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welke windrichting hoort bij een koers van 225 graden?
A
NoordWest
B
ZuidWest
C
ZuidZuidOost
D
NoordNoordWest

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Rekenen met schaal.

Wat betekent schaal 1 : 100
A
1 cm in de tekening is in werkelijkheid 100 cm
B
100 cm in de tekening is in werkelijkheid 1 cm
C
1 cm in de tekening is in werkelijkheid 100 m

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hier de doorsnede
A
Vlak ABCD
B
Vlak BCGF
C
Vlak HGBA
D
Vlak ABGH

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

In de balk ABCD EFGH is doorsnede
EKLH getekend. Teken doorsnede
EKLH op ware grootte. Wat zijn de
afmetingen van je doorsnede?

A
4cm x 5,8cm
B
4cm x 3,5cm
C
4cm x 6,2cm
D
6cm x 6,2cm

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

De lichaamsdiagonaal is
A
AB
B
AG
C
AC
D
EG

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang is de lichaamsdiagonaal BH?
A
BH = 43 cm
B
BH = 3,3 cm
C
BH = 6,6 cm
D
BH = 11 cm

Slide 34 - Quiz

A = wortel vergeten, wel kwadraten gedaan
B = ze hebben geen kwadraten gedaan, wel een wortel
C= goed antwoord
D= alleen de kz opgeteld, geen wortel en geen kwadraat.
Bereken de
lichaamsdiagonaal.

A
6,0
B
5,385..
C
4,690..
D
4,898..

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

huiswerk maken
maak de samenvatting op blz. 66 - 73

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions