Beter Lezen 14 Rood Haar

Beter Lezen 14 Rood Haar
Rood haar

Hans heeft blond haar.
Hij wil zijn haar wassen.
Het haar van Hans moet mooi en schoon zijn.
Want zijn vriendin komt vandaag.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
LezenISK

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Beter Lezen 14 Rood Haar
Rood haar

Hans heeft blond haar.
Hij wil zijn haar wassen.
Het haar van Hans moet mooi en schoon zijn.
Want zijn vriendin komt vandaag.

Slide 1 - Slide

Het haar van hans is nat.
Hans pakt een fles met shampoo.
Hij kijkt niet naar de fles.
Hij doet veel shampoo op zijn haar.
Hij was zijn haar.

Slide 2 - Slide

Hans is klaar.
Hij kijkt in de spiegel.
Hoe kan dat?
Zijn haar is rood!

Slide 3 - Slide

Hans is boos.
Hij roept zijn zus.
Zijn zus pakt de fles en zegt:
'O, dat is mijn shampoo.
Ik wil graag rood haar!'

Slide 4 - Slide

rood
boos
haar
spiegel
fles
doos

Slide 5 - Drag question


A
zijn haar is rood
B
hij doet veel shampoo op zijn haar
C
zijn vriendin komt vandaag

Slide 6 - Quiz

wat is goed?
A
bos
B
boos
C
poos

Slide 7 - Quiz

wat is goed?
A
het haar
B
het aar
C
het har

Slide 8 - Quiz


A
de pegel
B
de spiegel
C
het pegel
D
het spiegel

Slide 9 - Quiz


A
door
B
dor
C
rood
D
rod

Slide 10 - Quiz


A
de fles
B
de vles
C
de flis

Slide 11 - Quiz


A
Hans pakt de fles met shampoo
B
Hans wast zijn haar
C
Zijn zus pakt de fles

Slide 12 - Quiz


A
Hans roept zijn zus
B
Hans kijkt in de spiegel
C
Hij is boos

Slide 13 - Quiz