Ordening dieren

Thema 3: Ordening
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 3: Ordening

Slide 1 - Slide

Planning
- Herhalen/nakijken
- Uitleg 3.2 Dieren
- Afronden

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
* Je kunt dieren indelen door te kijken naar het skelet.

* Je kunt dieren indelen in sponsdieren (sponzen), neteldieren (holtedieren), wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen en gewervelden.

Slide 3 - Slide

De vier rijken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bacterie

Slide 6 - Slide

Schimmel

Slide 7 - Slide

Plant

Slide 8 - Slide

Dier

Slide 9 - Slide

Overzicht

Slide 10 - Slide

Dezelfde soort?

Slide 11 - Slide

Dezelfde soort?

Slide 12 - Slide

Dezelfde soort als:
twee individuen voort kunnen planten en hun nakomelingen ook voort kunnen planten

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
Je kunt benoemen op welke kenmerken het dierenrijk verder wordt ingedeeld

Je kunt voorbeelden noemen van die kenmerken

Je kunt dieren zelf indelen in de nieuwe groepen

Slide 14 - Slide

Indeling dierenrijk

Slide 15 - Slide

Kenmerken waar de eerste selectie op plaats vindt



Skelet

Slide 16 - Slide

Geen skelet

Slide 17 - Slide

Uitwendig skelet

Slide 18 - Slide

Inwendig skelet

Slide 19 - Slide

Acht stammen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Extra oefening

Slide 22 - Slide



Geleedpotigen en gewervelden

Slide 23 - Slide

Geleedpotigen
Poten bestaan uit leden: 1 stuk is 1 lid

Het lichaam bestaat uit segmenten

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Geleedpotigen

Slide 26 - Slide

Gewervelden

Slide 27 - Slide

Gewervelden

Slide 28 - Slide

Gewervelden

Slide 29 - Mind map

Gewervelden
Hebben allemaal een inwendig skelet en een wervelkolom
Worden verdeeld in 5 klassen:
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren

Slide 30 - Slide

Gewervelden
Worden verdeeld in vijf klassen op basis van:
  1. Huid (schubben/slijm/haren/veren)
  2. Lichaamstemperatuur (warmbloedig/koudbloedig)
  3. Ademhalingsorganen (kieuwen/longen/huid)
  4. Manier van voortplanten (levendbarend/eieren)
  5. Leefomgeving (water/land/in de lucht)

Slide 31 - Slide

Welk dier kan door de
huid ademen?
A
Kikker
B
Schildpad
C
Vis
D
Slang

Slide 32 - Quiz

Ik ben koudbloedig, ik leg eieren en ik heb een huid bedekt met droge schubben. Welke schil hebben mijn eieren?
A
Geen schil
B
Harde, kalkachtige schil
C
Leerachtige schil

Slide 33 - Quiz

Welk dier is géén vis?
A
Haai
B
Dolfijn
C
Zalm
D
Blobvis

Slide 34 - Quiz

Welk dier leeft eerst in het water en daarna op het land?
A
Salamander
B
Hagedis
C
Krokodil
D
Zeehond

Slide 35 - Quiz

Welk dier is koudbloedig?
A
Dolfijn
B
Hagedis
C
IJsbeer
D
Pinguïn

Slide 36 - Quiz

Indeling
Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op 5 kenmerken;
De huid,
De lichaamstemperatuur,
De ademhalingsorganen,
De manier van voortplanten,
Het milieu.

Slide 37 - Slide

De huid
De huid van een dier kan bedenkt zijn met schubben, haren, slijm of veren.

Slide 38 - Slide

Lichaams-temperatuur

Een dier kan warmbloedig of koudbloedig zijn.

Slide 39 - Slide

De ademhalingsorganen
Een dier kan ademhalen met de huid, met longen of met kieuwen.

Slide 40 - Slide

Voortplanting
Een dier kan zich voortplanten met of zonder eieren. Dieren die zich voortplanten zonder eieren noem je levendbarend.

Er zijn 4 manieren van voortplanting.

Slide 41 - Slide

Eieren zonder schaal
Eieren zonder schaal
Eieren met een kalkschaal
Eieren met een leerachtige schaal
Levenbarend

Slide 42 - Slide

Het milieu
Een dier kan op het land, in het water of in de lucht leven.

Slide 43 - Slide

Vissen

Slide 44 - Slide

Amfibieen

Slide 45 - Slide

Reptielen

Slide 46 - Slide

Vogels

Slide 47 - Slide

Zoogdieren

Slide 48 - Slide

Zoogdieren in het water

Slide 49 - Slide

Antwoorden opd 22
1 = sponzen
2=wormen
3=geleedpotigen
4=gewervelden
5=duizendpoten
6=insecten
7=vissen
8=reptielen
9=zoogdieren

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide