§3.3 Politiek en samenleving

§3.3 Politiek en samenleving
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§3.3 Politiek en samenleving

Slide 1 - Slide

Zelfstandig werken
Volgende week moeten alle opdrachten van §3.3 af zijn en worden de begrippen getoetst op dezelfde manier als afgelopen dinsdag.

Slide 2 - Slide

Geef een omschrijving van de volgende begrippen:
- Emancipatie
- Socialist
- Feminist
- Uitbuiten

Slide 3 - Open question

In Nederland betaalt de overheid vanaf 1917 niet alleen het openbaar, maar ook het bijzonder onderwijs. Leg uit hoe dat kwam.

Slide 4 - Open question

Liberaal
Feminist
Socialist
Confessioneel
Iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid
Iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid
Iemand die in de politiek uit gaat van het christelijke geloof
Iemand die streeft naar gelijke behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen

Slide 5 - Drag question

Het Kinderwetje van Van Houten was de eerste sociale wet in Nederland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Confessionelen zijn mensen die in het de politiek uitgaan van het christelijke geloof.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Discriminatie is onderscheid maken tussen mensen met de bedoeling iemand of een groep achter te stellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Een bijzondere school is een niet-openbare school.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Feministen zorgden met sociale wetten voor verbetering van de leef- en werkomstandigheden van arbeiders.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Vanaf 1870 voerden socialisten met succes actie voor een meer gelijke behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Gebruik de afbeelding hiernaast. Is de tekenaar een voorstander of tegenstander van sociale wetten?

Bijschrift afbeelding: De fabrikant: 'De vorige maand heb je vijf volle dagen vrij gehad om te bevallen, nou moet je alweer een dag weg om het jong onder den grond te stoppen, waar gaat het op die manier met mijn zaken heen?
A
Voorstander
B
Tegenstander

Slide 12 - Quiz

Gebruik de bron hiernaast en de antwoorden hieronder.

Uit de bron kun je opmaken dat de dokter en de onderwijzer vonden dat:
A
Alleen de kinderen op de lijst zijn niet geschikt om in de fabriek te werken
B
De kinderen op de lijst een voorbeeld waren voor de ellende van andere kinderen
C
Kinderarbeid goed was voor de ontwikkeling van kinderen
D
Kinderarbeid slecht was voor de ontwikkeling van kinderen

Slide 13 - Quiz

Welke zin past het best bij de bron? Er passen twee zinnen!

Thorbecke: ''Als er in een land alleen maar bijzondere scholen zijn, dan is dat prima. Het onderwijzen is geen taak van de regering. De regering moet alleen voor openbaar onderwijs zorgen omdat de bijzondere scholen tekortschieten.
A
Thorbecke vond dat alleen bijzonder onderwijs door de overheid moest worden betaald
B
Thorbecke vond dat alleen openbaar onderwijs door de overheid betaald moest worden
C
Thorbecke vond dat de overheid eigenlijk helemaal niet voor onderwijs hoefde te zorgen
D
Thorbecke vond dat de overheid voor al het onderwijs in Nederland moest zorgen

Slide 14 - Quiz