1.4 Waterkringloop

1.4 De Waterkringloop
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.4 De Waterkringloop

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In de rivier vind je...
A
zoet water
B
zout water
C
brak water

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Op welke manieren krijgt het water in de rivier meer ruimte?

Slide 3 - Open question

1. Rivieren dieper maken
2. Rivieren breder maken
3. Bouwen van "kribben"
4. Dijken verleggen of versterken
5. Sluizen sluiten/openen
6. Bypass aanleggen
7. Obstakels verwijderen, zoals bruggen of huizen
8. Uiterwaarden aanleggen

Doelen
  • drie fasen noemen waarin water kan voorkomen.
  • de waterkringloop omschrijven (of tekenen).
  • aangeven waar in de kringloop verdamping en condensatie plaatsvinden.
Planning
1. Terugblik
2. Uitleg zoet water
3. Opdracht 1 - 4
4. Uitleg waterkringloop
5. Opdracht 5 - 7

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Landijs
Antartica
Gletsjers

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat voor water is er?
  • Veel water op aarde

  • Zoet water

  • Zout water
> ongeschikt om te drinken


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Water, waar?
- Grondwater
> stroomt langzaam
> is vernieuwbaar

- Oppervlakte water
> Zeewater
> rivierwater 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
Gebruik de afbeelding en vul de juiste percentages in. Gebruik hele getallen.

 1. Ongeveer ...  van al het water op aarde is zoet.

 2. Ongeveer ... van al het water op aarde is zout

 3. Ongeveer ... van al het zoete water is grondwater en oppervlaktewater.

 4. Ongeveer ... van al het zoete water is ijs

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
Gebruik de afbeelding over de verdeling van het water op aarde. Maak de zinnen kloppend:

1. Van al het zoete water op aarde is het grootste deel bevroren/grondwater. 

2. Dat is voor ons moeilijk/makkelijk te bereiken. 

3. Drinkwater maken we van gletsjers/oppervlaktewater en ondiep grondwater. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3
Leg uit hoe het komt dat mensen maar 1% van al het water gebruiken.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4
We gebruiken zoet water om het land mee te bevloeien. Leg uit wat daarmee wordt bedoelt. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waar komt water vandaan?
Waterkringloop
Bestaat uit korte en lange kringloop

Korte kringloop:
1. verdamping zeewater
2. condensatie -> wolken
3. neerslag in zee

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 5
Schrijf alle woorden op die bij het "oppervlaktewater" horen.

Leg dat uit.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 6
Gebruik de tekst en de afbeelding van de waterkringloop. 

Zet de zinnen in de juiste volgorde door er nummers voor te zetten. 

De eerste zin is al voorgedaan.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waar komt water vandaan?
Waterkringloop
Bestaat uit korte en lange kringloop

Lange kringloop:
1. verdamping zeewater
2. condensatie -> wolken
3. neerslag op land
4. Via gletsjers, rivieren, grondwater naar zee.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 7
Gebruik de onderstaande woorden om de lange kringloop van water te omschrijven. 

Je mag hier ook een tekening maken.

Rivieren - wolken - grondwater - verdamping - regen - sneeuw.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Volgende les
Uitleg eindopdracht.
Werken aan eindopdracht.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions