Herhaling hoofdstuk 2

Spieren die je zelf kunt aansturen zijn onwillekeurige spieren.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Spieren die je zelf kunt aansturen zijn onwillekeurige spieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

Haarspiertjes die je kippenvel kunnen geven, heten huidspiertjes.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Kringspieren en lengtespieren in je darmwand zorgen ervoor dat voedsel door de darmen gaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Er is altijd maar 1 spier die voor een beweging zorgt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Als een spier samentrekt, wordt hij korter en dikker.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Je armstrekspier zit aan de voorkant van je bovenarm, de armbuigspier aan de achterkant.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Spiercellen en spiervezels: hiermee wordt hetzelfde bedoeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Van groot naar klein:
spiervezel, spierbundel, spier.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Spieren zitten aan botten vast met pezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Hoe minder spiervezels samentrekken, hoe meer kracht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Als je gewricht een verkeerde beweging maakt, kunnen de gewrichtsbanden scheuren. Dit heet een...
A
Verzwikking/verstuiking
B
Kneuzing
C
Voetbalknie
D
spierscheuring

Slide 11 - Quiz

Welke van onderstaande blessures is een blessure aan bot of gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
spierpijn

Slide 12 - Quiz

Wat is geen effect van een goede warming-up?
A
De hartslag gaat omhoog
B
De kans op blessures wordt kleiner
C
De spieren worden opgewarmd
D
Je verbrandt tijdens de training meer calorieën

Slide 13 - Quiz

Welke blessure zie je in de afbeelding?
Let op: je ziet voor-en zij-aanzicht
A
Kneuzing
B
Botbreuk
C
Ontwrichting
D
Spierscheuring

Slide 14 - Quiz

Hoe heet een plotselinge spierscheuring in de kuitspier?
A
Spierkramp
B
Spierkneuzing
C
Spierpijn
D
Zweepslag

Slide 15 - Quiz

Deze persoon heeft haar gewrichtskapsel te ver uitgerekt. Dit noemen wij een...?
A
Kneuzing
B
Ontwrichting
C
Verstuiking
D
Spierscheuring

Slide 16 - Quiz

Waarom mag je bij het tillen je wervelkolom niet helemaal buigen?
A
Dan verschuiven de wervels
B
Dan verschuiven de kraakbeenschijven
C
Dan worden de wervels aan 1 kant helemaal platgedrukt
D
Dan worden de kraakbeenschijven aan 1 kant platgedrukt

Slide 17 - Quiz