Thema 5 Stevigheid en beweging

Waar dient het skelet voor?
A
Stevigheid en Vorm
B
Vorm, Bescherming en Beweging
C
Beweging , Vorm , Bescherming en Stevigheid
D
Stevigheid, Bescherming en Beweging
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Waar dient het skelet voor?
A
Stevigheid en Vorm
B
Vorm, Bescherming en Beweging
C
Beweging , Vorm , Bescherming en Stevigheid
D
Stevigheid, Bescherming en Beweging

Slide 1 - Quiz

Wat heeft een mens?
A
Een inwendig skelet
B
Een uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 2 - Quiz

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen

Slide 3 - Quiz

Kalk
Lijmstof
Loog
Zoutzuur

Slide 4 - Drag question

Welke botverbinding bestaat niet?
A
Kraakbeen verbinding
B
Gewricht
C
Naadverbinding
D
Vast gegroeid

Slide 5 - Quiz

Als je ouder wordt:
A
Neemt zowel kalk als lijmstof toe
B
Neemt lijmstof toe en kalk af
C
Neemt kalk toe en lijmstof af
D
Neemt zowel lijmstof als kalk af

Slide 6 - Quiz

Welk bot zit niet in je arm?
A
Opperarmbeen
B
Ellepijp
C
Dijbeen
D
Spaakbeen

Slide 7 - Quiz

Hoe heten de wervels van de rug van boven naar beneden?
A
Lendenwervels - Borstwervels - Halswervels
B
Halswervels - Lendenwervels - Borstwervels
C
Borstwervels - Halswervels - Lendenwervels.
D
Halswervels - Borstwervels - Lendenwervels

Slide 8 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 9 - Quiz

Triceps
Biceps
Armstrekspier
Armbuigspier

Slide 10 - Drag question

Wat is een antagonist?
A
Twee spieren die tegen gesteld werken
B
Een stuk tussen je kniegewricht
C
De aanhechting tussen spier en bot
D
Een botje

Slide 11 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht

Slide 12 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht

Slide 13 - Quiz

Hoe heet het groene onderdeel?
A
gewrichtssmeer
B
kraakbeen
C
kapselband
D
gewrichtskogel

Slide 14 - Quiz

Kies het juist antwoord:
"Wat zorgt voor het soepel bewegen van een gewricht?"
A
Kraakbeen en een gewrichtskapsel
B
Kraakbeen en gewrichtssmeer
C
Gewrichtskapsel en gewrichtssmeer

Slide 15 - Quiz

Alle spieren samen vormen het spierstelsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Waarvoor is een warming up?
A
Je spieren krijgen zuurstof en voedingsstoffen
B
Je spieren krijgen afvalstoffen
C
Het is niet nodig
D
Je spieren worden sterker

Slide 17 - Quiz

Bij welke blessure of blessures raken de gewrichtsbanden uitgerekt?
A
bij een botbreuk
B
bij een spierscheuring
C
bij een verstuiking
D
bij kramp

Slide 18 - Quiz

Welke tip klopt niet bij het tillen?
A
Gebruik je beenspieren bij het tillen
B
Houdt je rug recht bij het tillen
C
Til de last niet te dicht bij je lichaam
D
Gebruik waar mogelijk hulpmiddelen

Slide 19 - Quiz

Waar zit je meniscus?
A
In je kraakbeen
B
In je enkel
C
In je heupgewricht
D
In je knie

Slide 20 - Quiz

Welk soort botverbinding zit er tussen borstbeen en ribben?
A
Naadverbinding
B
Vergroeid
C
Gewricht
D
Kraakbeenverbinding

Slide 21 - Quiz

Wat voor type blessure is een 'zweepslag'?
A
een botbreuk
B
een spierscheuring
C
een verstuiking
D
een kramp

Slide 22 - Quiz

Welke van onderstaande vormen hoort er niet bij?
A
Topganger
B
Voetganger
C
Zoolganger
D
Teenganger

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het wanneer je haarspiertjes samentrekken door bijvoorbeeld kou?
A
Hanenvel
B
Kuikenvel
C
Kipsenvel
D
Kippenvel

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste naam voor de kunst van het opzetten van dieren?
A
Taxidermie
B
Reparateur
C
Dermatologie
D
Podologie

Slide 25 - Quiz