Formuleren afronding V4

Formuleren
V4
2 maart 2021
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Formuleren
V4
2 maart 2021

Slide 1 - Slide

Welkom!
vandaag:
kijk je werk na met antwoorden op som
 oefenen met formuleren op woordniveau en zinsniveau
Nog verwerkingsopdracht bij boek 4 inleveren:
volgende week vrijdag


Slide 2 - Slide

Formuleren
Op woordniveau
Op zinsniveau

Slide 3 - Slide

Formuleren op woordniveau
  • contaminatie
  • verkeerd gekozen voorzetsel
  • inconsequent gebruik van werkwoordtijden
  • inconsequent gebruik van persoonlijk voornaamwoorden
  • vage woorden
  • onnodige herhaling: pleonasme en tautologie
  • verwijswoorden
  • lastige woordparen

Slide 4 - Slide

Formuleren op zinsniveau

Slide 5 - Slide

In de herhaling
  • ontspoorde zinnen
  • tangconstructie
  • foutieve inversie 

Slide 6 - Slide

Ontspoorde zinnen
De zin gaat  'onderweg' anders verder dan de grammatica voorschrijft. 

Voorbeeld:
Hans de Boer, voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid, stelde begin dit jaar voor om probleemjongeren die geen werk hebben, geen opleiding volgen en ook niet als werkloze ingeschreven staan, zouden in kazernes klaargestoomd moeten worden voor de arbeidsmarkt of voor een opleiding.

Slide 7 - Slide

Tangconstructie
  1.  In Maastricht vond zondag de afscheidsdienst van zijn vader, die op 62-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van een slepende ziekte, plaats.
  2. De veertien uit het buitenland afkomstige, ter dood veroordeelde gevangenen.

Slide 8 - Slide

Foutieve inversie
De pv en het onderwerp staan ten onrechte omgedraaid. Het woord uit de eerste zin kan namelijk niet voor de pv in de tweede zin geplaatst worden. 
  1. Zaterdag gaan we vaak uit, maar kon ik vandaag niet mee vanwege een verjaardag.
  2. Hierbij ontvangt u onze folder en kunt u onze website raadplegen voor de prijslijst.

Slide 9 - Slide

Foutieve samentrekking
Samentrekken mag alleen als de woorden in beide zinnen
 a. grammaticaal dezelfde functie hebben
b. dezelfde vorm hebben
c. dezelfde betekenis hebben

Slide 10 - Slide

Foutieve samentrekking
*1. Schaatsen is gezond en doe ik regelmatig.
*2.Er wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.
3. De boot was goed uitgerust en de bemanning ook.

Slide 11 - Slide

Klaar voor een formatieve toets hierover?!
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Om erin te komen

Slide 13 - Slide

Pleonasme
Tautologie
Voordat je de toets maakt, moet je eerst goed leren. 
Hij liep eenzaam en verlaten door de stille straten tijdens de avondklok. 
Soms kan het Max Verstappen weleens overkomen dat hij niet wint. 
Tijdens hun dagelijkse ronde vonden de agenten het dode lijk in de berm liggen. 
Het moet eens een keer ophouden met die nutteloze verspilling van plastic!
Hij heeft al maandenlang een achterstallige schuld bij zijn ouders.

Slide 14 - Drag question

Hoe noemen we deze formuleringsfout?
Het concert was uitverkocht en gingen we dus maar weer naar huis.
A
verkeerd gekozen voorzetsel
B
onjuiste inversie
C
contaminatie
D
tangconstructie

Slide 15 - Quiz

Hen
Hun
Zij
Ik heb ... dat boek al gegeven.
Die stank maakt ... misselijk. 
Je kunt ...  ook vragen of ze op je feestje willen komen. 
Hadden ... niet kunnen zeggen dat daar een wak in het ijs zat? 
Verder heeft niemand dat van ... gekregen!
We zullen de beker morgen aan ... overhandigen. 
We hebben het ... al verteld!

Slide 16 - Drag question

Benoem de fout:
Bijna iedereen was het eens met de nieuwe corona-examenregeling.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
vaag woordgebruik
D
verkeerd verwijswoord

Slide 17 - Quiz

Benoem de fout:
Hij neemt in de klas altijd het hoogste woord.
A
pleonasme
B
foutieve inversie
C
onvolledige zin
D
contaminatie

Slide 18 - Quiz

Benoem de fout:
Is dat nou dat blonde meisje waarover iedereen maar roddelt?
A
pleonasme
B
verkeerd verwijswoord
C
onjuiste inversie
D
tangconstructie

Slide 19 - Quiz

Daarom
Echter
Als
Graag
Proberen
Voortzetten
Gaarne
Pogen
Doch
Indien
Bestendigen
Derhalve

Slide 20 - Drag question

Als
Dan
Mieke zingt mooier ... Senna.
Jasper staat op een andere hoogte ... Laurens.
Yelina is vijf keer zo sterk ... Nijs. 
Roelof doet niets anders ... studeren. 
Dat laatste boek sla ik hoger aan ..... zijn vorige.
Ik denk dat Maud daar meer van weet ..... Maut.
Mijn vrouw verdient twee zoveel ..... ik.
Dat nieuwe lokaal heeft dezelfde afmetingen ..... de oude lokalen.

Slide 21 - Drag question

Let op!
Nu volgen enkele vragen waarvoor je maximaal 10 seconden de tijd hebt voor je antwoord. 

Slide 22 - Slide

Goed of fout?
Die spierpijn na het schaatsen heeft hij echt te wijten aan zijn slechte conditie.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

Goed of fout?
Zijn moeder had voor zijn verjaardag een hele mooie slinger ontworpen van zijn babyfoto's.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

Goed of fout?
Zij had blijkbaar hard gewerkt, want ze kreeg al snel promotie van haar werkgever.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quiz

Goed of fout?
De auto slipte doordat de weg zo glad was na de ijzel van afgelopen nacht.
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quiz

Goed of fout?
Zij belde dat ze niet kwam werken, omdat ze zich nogal ziek voelde.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quiz

Goed of fout?
Wij gaan vanavond barbecuen mits het te hard regent.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Wat vul je in?
Ik ... helemaal vergeten hoeveel leerlingen er in mijn klas zitten.
A
ben
B
heb

Slide 29 - Quiz

Wat hoort op de puntjes?
......is dat lokaal eigenlijk? Kun je daar wel met twintig leerlingen in?
A
Hoelang
B
Hoe lang

Slide 30 - Quiz

Incongruentie of niet?
De Verenigde Staten heeft met Kamala Harris een ambitieuze vice-president gekregen.
A
incongruentie
B
geen incongruentie

Slide 31 - Quiz

Vul in op de puntjes:
De waarheid van de verklaringen â€Ļ door de politie betwijfeld.
A
wordt
B
worden

Slide 32 - Quiz

Vul in op de puntjes:
Een zwerm bijen â€Ļ de jongen.
A
achtervolgden
B
achtervolgde

Slide 33 - Quiz

Vul in op de puntjes:
De katten â€Ļ een leuk trucje geleerd.
A
werd
B
werden

Slide 34 - Quiz

Foutieve of correcte samentrekking:
Zijn broek kost 80 euro en vind ik niet mooi.
A
Foutief
B
Correct

Slide 35 - Quiz

Foutieve of correcte samentrekking:
Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
Foutief
B
Correct

Slide 36 - Quiz

Foutieve of correcte samentrekking:
Ze heeft haar vriendin opgebeld en gefeliciteerd met haar verjaardag.
A
Foutief
B
Correct

Slide 37 - Quiz

Foutieve of correcte samentrekking:
De hond werd voortdurend gepest en werd tenslotte ziek.
A
Foutief
B
Correct

Slide 38 - Quiz

Foutieve of correcte samentrekking:
Mijn les Nederlands was vandaag weer geweldig en zal ik daarom niet snel vergeten.
A
Foutief
B
Correct

Slide 39 - Quiz

We zijn er bijna... nog ÊÊn laatste vraag!

Slide 40 - Slide

Correct beknopte bijzin
Foutief beknopte bijzin
Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.
Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.
Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
Schaatsend naar de overkant, reed hij bijna het wak in. 
 Verscholen in een bosje, passeerde mij op enige meters een wild zwijn
Na gegeten te hebben, deed ik de afwas.

Slide 41 - Drag question

Tot zover de vragen!
Wat vonden jullie ervan?

Slide 42 - Slide

Hoe zinvol vonden jullie het om op deze manier de stof nog een keer door te werken?
110

Slide 43 - Poll

Einde van de Lessonup
Naar de afronding van de les... 

Slide 44 - Slide