Paragraaf 2.2: Politiek in Athene (volledig)

§2.2 Politiek in Athene 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§2.2 Politiek in Athene 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Monarchie 👑
Aan het begin waren de meeste poleis een monarchie.
Dit betekent dat een koning alle macht heeft.
Zijn macht wordt geërfd door zijn kinderen.

Slide 3 - Slide

Monarchie
Aan het begin waren de meeste poleis een monarchie.
Dit betekent dat een koning alle macht heeft.
Zijn macht wordt geërfd door zijn kinderen.
Vaak krijgt de koning hulp van een raad van ouderlingen.

Slide 4 - Slide

Aristocratie 💪
Na een tijd willen de rijke burgers ook wat te zeggen hebben.
Zij hebben de wapens en zetten de koning aan de kant.
Deze aristoi nemen dan met elkaar de beslissingen.

Aristocratie
Aristos (ἄριστος) = beste
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Aristocratie= de beste heersen

Slide 5 - Slide

Tirannie 🗡️
Soms lukt het een aristocraat om alle macht te krijgen.
Vaak lukt dit met geweld.
Hij wordt dan een tiran met alle macht voor zichzelf.

Slide 6 - Slide

Tirannie 🗡️
Soms lukt het een aristocraat om alle macht te krijgen.
Vaak lukt dit met geweld.
Hij wordt dan een tiran met alle macht voor zichzelf.

Slide 7 - Slide

Tirannie 🗡️
Soms lukt het een aristocraat om alle macht te krijgen.
Vaak lukt dit met geweld.
Hij wordt dan een tiran met alle macht voor zichzelf.
Pisistratos (607 v.Chr. - 527 v.Chr.):
  • Athena-tempel op Akropolis.
  • Aanleg waterleiding (-> betere hygiëne).
  • Streefde naar vrede met de naburige stadstaten (-> welvaart burgers).

Slide 8 - Slide

De Atheense 
democratie

- In Athene was het volk de baas.
- Er werd gestemd over 
   belangrijke beslissingen.
Directe democratie

Slide 9 - Slide


Atheense democratie 

≠ 

Nederlandse democratie!

Slide 10 - Slide

Atheense (directe) democratie
NL (indirecte) democratie
Alle 18+ mannelijke Atheense burgers doen mee.
150 politici gekozen door het volk.
Alle burgers in volks-vergadering meebeslissen.
1x in de 4 jaar kiest het volk de leden.
Alleen mannenmogen stemmen en meeregeren.
Vrouwen mogen stemmen en meeregeren.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Alexander de Grote 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

a. Een alleenheerser heeft alle macht.
b. Mensen die mee mochten stemmen over het bestuur. 
c. Situatie waarin de adel de samenleving bestuurt. 
d. Een erfelijke koning heeft de macht.
e. Het Griekse woord voor stadsstaat. 
Polis
Burgerrecht
Aristocratie
Monarchie
Tirannie

Slide 17 - Drag question

Volksvergadering hoort bij...
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 18 - Quiz

Raad van 500
Dagelijkse leiding 
Loting
één maand
Gekozen
één jaar
Bereiden wetten voor
50 personen

Slide 19 - Drag question

Aan de slag!
Maak opdracht 3 t/m 12 van paragraaf 2.2.

Eerder klaar?
Lees 'Het einde van de democratie' van paragraaf 2.2. 


Slide 20 - Slide