KLas 1 - Chapitre 1 - Herhaling

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui
Réviser avoir
Corriger ex. 30, 31, 32
Réviser chapitre 1
Poster
Les buts: 
een kennismakingsgesprek voeren
werkwoord avoir gebruiken

Slide 2 - Slide

AVOIR ( = hebben)
AVOIR 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Vervang le / la / l' door un of une:

le camping
A
un camping
B
une camping

Slide 6 - Quiz

Vervang le / la / l' door un of une:

la mer
A
un mer
B
une mer

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste lidwoord

... oncle (m)
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 8 - Quiz

Zet in het meervoud:
le chat

Slide 9 - Open question

Zet in het meervoud:
l'hôtel

Slide 10 - Open question

hij heeft
A
j'ai
B
tu as
C
il a
D
ils ont

Slide 11 - Quiz

Vul de goede vorm in van avoir:
nous ...
A
as
B
a
C
avez
D
avons

Slide 12 - Quiz

Vertaal:
zij hebben (v)

Slide 13 - Open question

Vul de juiste vorm van avoir in:
elle ...

Slide 14 - Open question

d'accord
A
maar
B
oké
C
iets
D
gek

Slide 15 - Quiz

On rigole voilà / toujours / avec.
A
voilà
B
toujours
C
avec

Slide 16 - Quiz

Ma soeur est petite / beaucoup.
A
petite
B
beaucoup

Slide 17 - Quiz

Welke hoort er niet bij?

A
le cousin
B
le grand-père
C
le frère
D
le jour

Slide 18 - Quiz

vaak
A
souvent
B
toujours
C
avec
D
pour

Slide 19 - Quiz

Vertaal in het Nederlands:
Nous avons un problème.

Slide 20 - Open question

Schrijf in het Frans:
Hij heeft een tuin.

Slide 21 - Open question

Vertaal in het Nederlands:
Les soeurs ont un cousin.

Slide 22 - Open question

Vertaal in het Frans:
Hij heeft zeventien berichten.

Slide 23 - Open question

Poster

Slide 24 - Slide

Dictée

Slide 25 - Slide

Dictée
1. Ça va bien.
2. Je m'appelle Henk.
3. J'ai un frère et une soeur.
4. Quel est ton numéro de téléphone?
5. C'est quoi? C'est un chat.
6. Tu as quel âge?

Slide 26 - Slide