H3-les 3

Economie & ondernemen
commercieel
marketing & sales

1 / 17
next
Slide 1: Slide
CommercieelMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Economie & ondernemen
commercieel
marketing & sales

Slide 1 - Slide

Vorige lessen
Breed assortiment

Ondiep assortiment

Smal assortiment

Diep assortiment

Bijenkorf, IKEA, Blokker
Juwelier, Beter Horen, slager
Juwelier, Beter Horen, slager
Hema, ander warenhuis
Lang assortiment

Hoog assortiment

Kort assortiment

Laag assortiment

grote supermarkt
Gucci winkel
buurt superemarkt
Action
Consistentie van het assortiment 
Producten hebben overeenkomsten met elkaar. Er is samenhang tussen de artikelen. 

Slide 2 - Slide

  • kernassortiment
  • randassortiment 
de belangrijkste productgroepen van een winkel
een aanvulling op het kernassortiment; de minder belangrijke productgroepen
20% assortiment, 80% omzet
80% assortiment, 20% omzet (veel artikelen, weinig omzet)
  • convenience goods
  • shopping goods
  • specialty goods
Rand assortiment veranderen
  • winstmarge verhogen
  • imagoverandering
  • trading-up
  • trading-down 
  • concurrentiepositie
  • nieuwe producten
kwaliteit beter, hoger geprijst
kwalitatief minder, lager geprijst

Slide 3 - Slide

Nakijken weektaak vorige week
OPDRACHT 3.09.
eigen voorbeelden

OPDRACHT 3.10.
Als reden kan je bijvoorbeeld hebben genoemd: het beschikbare besteedbaar inkomen is voor iedereen anders.

Slide 4 - Slide

Had je deze opdrachten goed gemaakt?
A
Ja
B
Nee
C
Gedeeltelijk

Slide 5 - Quiz

OPDRACHT 3.11.
kernassortiment
randassortiment
telefoonwinkel
Telefoon 
Abonnement
Telefoonhoesje 
iPod
drogisterij
Medicijnen Verzorgingsproducten
Sjaals 
Tassen
kledingzaak
Broeken 
Jurken
Kettingen 
Make-up
juwelier
Ringen 
Armbanden 
Horloges
Juwelendoos 
Tasjes

Slide 6 - Slide

Had je deze opdracht goed gemaakt?
A
Ja
B
Nee
C
Gedeeltelijk

Slide 7 - Quiz

OPDRACHT 3.12.
  • boeken over make-up
  • tassen
  • handdoeken

OPDRACHT 3.13.
Trading-up



Slide 8 - Slide

Had je deze opdrachten goed gemaakt?
A
Ja
B
Nee
C
Gedeeltelijk

Slide 9 - Quiz

OPDRACHT 3.14.
  • Omdat zo de klant steeds verrast wordt, en dus geprikkeld wordt om te kopen.
  • De winstmarges zijn vaak hoog, hierdoor verdient de winkel extra.
  • Door het veranderen van het randassortiment kan een imagoverandering plaatsvinden.
  • Het kan een positieve invloed hebben op de concurrentiepositie.


Slide 10 - Slide

Had je deze opdracht goed gemaakt?
A
Ja
B
Nee
C
Gedeeltelijk

Slide 11 - Quiz

OPDRACHT 3.15.
Voorbeelden kunnen zijn:
  • Luxe bonbonschaaltjes
  • Zakjes met luxe chocoladehagel
  • Koffiekopjes (met schotels)


Slide 12 - Slide

Had je deze opdracht goed gemaakt?
A
Ja
B
Nee
C
Gedeeltelijk

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Wat zijn impulsartikelen?
A
Waarvoor je naar de winkel ging
B
Artikelen die bij een ander artikel horen
C
Aankoop zonder dat je het van plan was te kopen
D
Artikel om iets anders beter te gebruiken

Slide 15 - Quiz

Nog enkele productbegrippen:
  • Rage producten (een hype)
  • Trendproducten (zal langer blijven)
  • Follow-up producten (niet zonder elkaar)
  • Complementaire goederen (meestal samen)
  • Concurrerende producten (vervangen)

Slide 16 - Slide

Weektaak
Weektaak
Doornemen en 
Maken 3.16 t/m 3.21

Slide 17 - Slide