Je gaat na de vakantie debatteren. In hoeverre weet je wat een debat precies is?
Maak de startopdracht in je schrift.
Ik kan in mijn eigen woorden wel uitleggen wat een debat precies inhoudt.
Ik weet ongeveer wat een debat is, maar het is nog onduidelijk ... [jouw aanvulling]
Ik weet (nog) niet wat een debat precies inhoudt.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 11 slides, with text slides.
Lesson duration is: 55 min
Items in this lesson
Startopdracht
Je gaat na de vakantie debatteren. In hoeverre weet je wat een debat precies is?
Maak de startopdracht in je schrift.
Ik kan in mijn eigen woorden wel uitleggen wat een debat precies inhoudt.
Ik weet ongeveer wat een debat is, maar het is nog onduidelijk ... [jouw aanvulling]
Ik weet (nog) niet wat een debat precies inhoudt.
Slide 1 - Slide
Vorige weken
Je hebt een stelling geformuleerd en die heb je weergegeven op een activerende poster. Je hebt je documentatiemap samengesteld aan verschillende bruikbare en betrouwbare bronnen.
Slide 2 - Slide
Vandaag
Zelfstandig leren: weektaak 3
Afronden van je documentatiemap
Let op: vandaag is de deadline voor je documentatiemap!
Slide 3 - Slide
De voorbereiding
Van probleem naar stelling.
Slide 4 - Slide
De inhoudelijke zoektocht
Aan de hand van hulpvragen zoeken naar bruikbare en betrouwbare informatie op nexisuni.com
Slide 5 - Slide
De documentatiemap
Een logisch geordend overzicht van alle bruikbare artikelen, inclusief hoofdgedachten en een bronnenlijst.
Slide 6 - Slide
Het draaiboek
Krachtige argumentatie met aantoonbare onderbouwing, inclusief weerleggingen.
Slide 7 - Slide
Oefendebat
Oefenen met presenteren, debatteren, luisteren, reageren en overtuigen.
Slide 8 - Slide
Maak de opdrachten van week 3 uit de module;
Maak je documentatiemap daarna af.
Je leert zelfstandig en in stilte
Hulp nodig?
Noteer je vraag en ga door met de volgende vragen.
Volgende week:
Volgende week moet je draaiboek af zijn.
timer
15:00
Slide 9 - Slide
Debat oefenen
Je gaat in je groep argumenten voor en tegen de volgende stelling bedenken: