PV5 De nimf Callisto wordt weggejaagd

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Bespreking PV 5

De nimf Callisto wordt weggejaagd (Met. 2.457-65)

Wie zijn de hoofdpersonen in dit verhaal?

Wie is het onderwerp van r.457 laudavit?

Hoe vertaal je summas ...undas (r.457)?

1. Het hoogste water
2. de natte hoogten
3. de toppen van de golven
4. de oppervlakte van het water

r.458 his laudatis: welke constructie? Dus hoe vertalen?

r.459 tinguamus: welk gebruik van de coni. praesens is hier het meest logisch gezien de voorafgaande zin?

1. twijfel
2. wens
3. aansporing
4. mogelijkheid

Wie is het onderwerp van r.460 erubuit?

r.461 una: om wie gaat het?

Hoe vertaal je 'vestis adepta est' (r.461)?

1. de kleding is, nadat zij weggenomen is
2. de weggenomen kleding is
3. zij is weggenomen van de kleding
4. de kleding is weggenomen

r.461 dubitanti: benoem de vorm

1. PPA, nom. mv. vrl
2. PPA, dat ev vrl
3. PPP, nom. ev. mnl
4. PPP dat. ev. mnl

r. 462 qua posita: welke constructie en hoe vertalen?

r.464 Wie is het onderwerp van dixit?

1. Callisto
2. Parrhasis
3. Diana
4. Cynthia

r.463 Bij 'attonitae' en 'volenti' moet je 'ei' aanvullen. Naar wie/wat verwijst 'ei'?

r.463 uterum celare volenti: vertaal.

r. 464 i: welke vorm van welk woord?

Kijk na:

457 Toen zij de plaats had goedgekeurd, 1

457 raakte zij met haar voet de oppervlakte van het water aan. 2

458 Nadat zij ook dat had goedgekeurd, 1

458 zegt zij: ‘Elke getuige is ver weg; 2

459 laten wij onze naakte lichamen baden door het water erover uit te gieten.’ 3

460 Parrhasis bloosde. 1

Kijk na:

460 Allen leggen hun bedekking(en) af: 1

461 Eén wacht aarzelend. 1

461 Omdat zij aarzelde is haar kleding van haar weggenomen; 2

462 en toen die (op de grond) lag 1

462 kwam tegelijk met haar naakte lichaam de misdaad aan het licht. 2

Kijk na:

463 Tot haar die verbijsterd was en haar buik met haar handen wilde bedekken 3

464-5 zei Cynthia: ‘Ga ver weg van hier en bevuil de heilige bronnen niet’, 3

465 en zij gaf het bevel weg te gaan uit haar gezelschap. 2

25