4.1 Feiten en meningen

planning periode 2
* Eén lesuur Nederlands wordt nog ingepland.
* Lezen afronden Hoofdstuk 4 en examens oefenen op facet.
* Schrijven 



1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

planning periode 2
* Eén lesuur Nederlands wordt nog ingepland.
* Lezen afronden Hoofdstuk 4 en examens oefenen op facet.
* Schrijven 



Slide 1 - Slide

Lezen Hoofdstuk 4

Slide 2 - Slide

Noem de vier tekstdoelen:

Slide 3 - Open question

Hoofdstuk 3

Slide 4 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat een informerende tekst is:

Slide 5 - Open question

Leg in je eigen woorden uit waaraan je een instruerende tekst herkent:

Slide 6 - Open question

Hoofdstuk 4

Slide 7 - Slide

zie ook blz. 85 in boek A

Slide 8 - Slide

Het regent al de hele dag
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

Het is vandaag de hele dag al rotweer
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quiz

Gerlison vindt het de hele dag al rotweer
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quiz

Argumenten beoordelen 



Twee argumenten:

  • Objectieve argumenten
  • Subjectieve argumenten

Slide 12 - Slide

controleerbaar
niet te controleren
gebaseerd op feiten, wetenschap, waarden en algemene normen
gebaseerd op vermoedens, overtuiging of waardeoordeel  
je kunt bewijzen of het waar of niet waar is
niet te bewijzen, extra voorbeelden nodig voor geloofwaardigheid
objectief             subjectief

  

Slide 13 - Slide

Mijn opa heeft zijn hele leven gerookt en hij heeft geen kanker. Roken is dus helemaal niet ongezond.
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 14 - Quiz

Ik ga op typeles omdat dit me uiteindelijk veel tijd oplevert.
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 15 - Quiz

Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 16 - Quiz

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 17 - Quiz

Het doel van een betoog is...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 18 - Quiz

Een betoog (overtuigende tekst) is...
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Wat zet een schrijver in om de lezer te overtuigen bij een betoog?
A
Feitelijke informatie
B
Subjectieve argumenten
C
Objectieve argumenten

Slide 21 - Quiz

Zelfstandig aan het werk:
Maak de examenopdracht van Lezen 4.1 

Slide 22 - Slide



Over 10 minuten bespreken we opdracht 2 klassikaal

Slide 23 - Slide

Tot slot:
maak de opdrachten van lezen 4.1 online 
 


Volgende les: lezen 4.2 argumenten beoordelen

Slide 24 - Slide