07-01-2025 les H2C gram ch2 herhalen + werkblad

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Vous avez passé de bonnes vacances?
:)
Bonjour à tous!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Vous avez passé de bonnes vacances?
:)
Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Maandag 13 januari
PW CHAPITRE 2
Wat moet je leren? 

- Voca A + B + E + F -> à la page 88/89
- Phrases-clés C + G -> à la page 90
- Grammaire D + H-> à la page 91
- Avoir, être, aller, faire  -> à la page 170

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui:
- Réviser la grammaire D + H
- Au travail!

Slide 3 - Slide

Grammaire D
Het bijvoeglijk naamwoord

Wie heeft hier iets van onthouden?

Slide 4 - Slide

Het bijvoeglijk naamwood
- Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig nw.

In het Frans pas je het bijvoeglijk naamwoord aan, aan het zelfstandig naamwoord dat erbij hoort.

Bijvoorbeeld:
Le garçon porte une veste noire.

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord schema
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
         -
        +e
meervoud
        +s
       +es

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
le sac à dos (rouge) -> le sac à dos rouge
ma soeur est (grand) -> ma soeur est grande
les garçons (intelligent) -> les garçons intelligents
mes copines sont (petit) -> mes copines sont petites
      m
       v
    enk
       -
     +e
    mv
     +s
    +es

Slide 7 - Slide

Als het bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een 'e' of 's' ..... 

La voiture (rouge) -> rouge
Les sacs à dos (gris) -> gris.

      m
       v
    enk
       -
     +e
    mv
     +s
    +es

Slide 8 - Slide

Uitzonderingen (die niet volgens het schema gaan)

Slide 9 - Slide

De plaats van het bijv. nw
Het bijvoeglijk naamwoord staat altijd ACHTER het zelfst. nw
- un garçon intelligent
- une route dangereuse

Máár de uitzonderingen (vorige dia + 'grand' en 'petit') staan altijd VOOR het zelfstandig naamwoord  
- une belle fille

Slide 10 - Slide

Samenvatting
Is het bijvoeglijk naamwoord geen uitzondering? -> je schrijft het op aan de hand van het bijv. nw schema én je weet dat het 
ACHTER het zelfstandig naamwoord moet

Is het bijvoeglijk naamwoord wel een uitzondering? -> je hebt geleerd hoe je hem juist moet opschrijven én je weet dat het VOOR het zelfstandig naamwoord moet


Slide 11 - Slide

Exercice
Remplis l'adjectif (het bijvoeglijk naamwoord) à la bonne forme et à la bonne place.

grand         1. J'ai deux _____________ frères _____________.
   bleu         2. Elle a une ____________ voiture ____________.

Slide 12 - Slide

Grammaire H
Werkwoorden op -er

Wie heeft hier iets van onthouden?

Slide 13 - Slide

Werkwoorden op -er
2 stappen

1. Je maakt de stam. 
Dit doe je door 'er' van het werkwoord af te halen.

2. Je kijkt welke uitgang je moet gebruiken.
2 stappen

1. Je maakt de stam. 
Dit doe je door 'er' van het werkwoord af te halen.

2. Je kijkt welke uitgang je moet gebruiken.
Werkwoorden op -er
Je
       e
Tu
      es
Il/elle/on
       e
Nous 
     ons
Vous
      ez
Ils/Elles
     ent

Slide 14 - Slide

Zet in de goede vorm:
Vous (manger) ____________
A
mange
B
mangent
C
mangez
D
manges

Slide 15 - Quiz

Zet in de goede vorm:
Claire et Mathilde (arriver) ____________
A
arrives
B
arrivent
C
arrivons
D
arrive

Slide 16 - Quiz

Au travail!
Maak het werkblad
Fini? -> ga het werkblad nakijken, de antwoorden staan op It's Learning

Aussi fini? -> continuez à apprendre:
- Voca A + B + E + F -> à la page 88/89
- Phrases-clés C + G -> à la page 90
- Grammaire D + H-> à la page 91
- Avoir, être, aller, faire  -> à la page 170

Slide 17 - Slide