2V Fi H5 Ethiek paragraaf 2 t/m 4

H5 Ethiek
Paragraaf 2 t/m 4 

Vorige week samenvatting gemaakt, nu de herhaling van die stof.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

H5 Ethiek
Paragraaf 2 t/m 4 

Vorige week samenvatting gemaakt, nu de herhaling van die stof.

Slide 1 - Slide

Normen en Waarden

Slide 2 - Slide

Soorten ethiek (denken over goed en kwaad)

Descriptieve ethiek
Beschrijft welke morele opvattingen, ideeën over wat goed is en wat fout is, er in een groep of samenleving zijn.

Normatieve ethiek
Het achterhalen van wat goed of fout is en schrijft voor hoe je moet handelen. 

Meta-ethiek
Er wordt gekeken naar de manier waarop een ethisch oordeel tot stand is gekomen. 

Slide 3 - Slide

Descriptieve (beschrijvende) ethiek
Wat zie je? 
Beschrijvende ethiek spreekt geen oordeel uit, maar probeert objectief te beschrijven.

In hoeverre vullen NL´ers hun belastingformulieren eerlijk in?

Hoe vaak komt abortus voor?


Slide 4 - Slide

Cultureel relativisme

Uitgangspunt: alle samenlevingen of culturen zijn in beginsel gelijkwaardig en dit geldt ook voor de morele stelsels die erbij horen. 

Wat kan je dus niet zeggen?

Slide 5 - Slide

Normatieve ethiek
Beschrijft hoe er moreel gehandeld zou moeten worden.

Welke normen en waarden zouden gehanteerd moeten worden?

Beschrijft dus niet alleen, maar oordeelt ook

Slide 6 - Slide

Johan Cruijff was een goede voetballer
Moeder Theresa was een goed mens

Slide 7 - Slide

Ethiek is ´keuzes maken´
(tussen goed en kwaad) 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Twee soorten ethiek

Doelethiek (genot, nuttig) 
Plichtethiek 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

In paragraaf 4 hebben ze het over een ´heteronome´ en een ´autonome´ fundering van de ethiek. Wat houdt dit in?

Slide 18 - Open question

(huis)werk
Na de vakantie heb je de opdrachten t/m 23 af en de verdiepende opdrachten 1 t/m 4.

Dan doen we nog paragraaf 5, 6 en 7 dus lees die zelf alvast door. Is veel minder lastig dan het eerste gedeelte van het hoofdstuk. 

Slide 19 - Slide