-herhaling le verbe avoir (toets dinsdag 10 min)
-Je weet hoe je mannelijke en vrouwelijke woorden kunt herkennen (uitleg 5 min)
-Je kent woorden die te maken hebben met eten en drinken (leren/lezen 10 min)
-Je kunt een gesprek over uit eten begrijpen (luisteren/lezen/maken 25 min)