Havo 3 H1 Paragraaf 3

Paragraaf 1.3
Van ruilen komt geen huilen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Paragraaf 1.3
Van ruilen komt geen huilen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen
  • Je kunt uitleggen waarom bij indirecte ruil meer specialisatie en schaalvergroting mogelijk is 
  •  .. en wat dat betekent voor de arbeidsproductiviteit
  • Je kunt de titel verklaren: "van ruilen komt geen huilen"

Slide 2 - Slide

Programma



Vragen over het huiswerk? (10 min)
Uitleg Directe en indirecte ruil (10 min)
Opgaven : 1 t/m 11 (50 min)
Afsluiting: wat heb je geleerd? (10 min)

Slide 3 - Slide

Huiswerk
Par  2, opgaven 4 t/m 10
  • Heb je nog vragen of een opgave die niet duidelijk is?
  • Als je 10 euro per maand aan snoep uitgeeft, hoeveel geef je dan gemiddeld per week uit?

Slide 4 - Slide

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Uitleg
Wat is directe ruil? 
Als jij iets maakt wat je met iemand anders wil ruilen, naar wie moet je dan op zoek?
  • Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
  • die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)

Slide 7 - Slide

Uitleg
Wat is indirecte ruil? 
Naar wie moet je nu op zoek?
  • Iemand die jouw product wil hebben, én ..?

Slide 8 - Slide

Uitleg
Wat is indirecte ruil? 
Naar wie moet je nu op zoek?
  • Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
  • die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)
Dus bij indirecte ruil wordt ruilen makkelijker

Slide 9 - Slide

Uitleg
Wat is specialisatie?
  • Iemand doet waar hij of zij  goed in is: arbeidsverdeling
Wat is schaalvergroting?
  • Je maakt meer van hetzelfde (je produceert op grotere schaal), gaat sneller/goedkoper dan bij verschillende dingen
Wat is arbeidsproductiviteit?
  • Productie van een persoon in een bepaalde tijd

Slide 10 - Slide

Uitleg

Slide 11 - Slide

Uitleg
Jan wil max. 4 van zijn games ruilen tegen een paar sneakers.
Thijs wil zijn sneakers ruilen tegen min. 2 games.

  • Gaan ze ruilen?
  • Wat zal de ruilverhouding zijn?
  • Komt er huilen van dit ruilen?

Slide 12 - Slide

Opdracht


Opgaven 1 t/m 11 (van paragraaf 3) maken
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen
  • Je kunt uitleggen waarom bij indirecte ruil meer specialisatie en schaalvergroting mogelijk is 
  •  .. en wat dat betekent voor de arbeidsproductiviteit
  • Je kunt de titel verklaren: "van ruilen komt geen huilen"

Slide 14 - Slide