Quizz Logistiek hst 1 t/m 3

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Logistiek Quiz Hst 1 t/m 3

Wat is logistiek?

1. Informatie geven
2. Goederen leveren
3. Weg die artikelen afleggen voordat ze bij de klant terechtkomen
4. Verzameling van alle activiteiten die nodig zijn om de goederenstroom in goede banen te leiden.

Klant

Groothandel

Leverancier

De interne goederenstroom vindt plaats in de groothandel

1. Juist
2. Onjuist

Interne goederenstroom = goederen komen binnen, worden opgeslagen, worden verzameld en verstuurd.

Hoe noemen we een schema van de weg die een artikel aflegt van grondstof tot aan de klant?

1. Goederenstroom
2. Groothandel
3. Logistiek
4. Bedrijfskolom

Een voorbeeld van een bedrijfstak is:

1. Groothandel
2. Inkoop
3. Zorg
4. Magazijn

Wat is de juiste volgorde van de afdeling in een groothandel?

1. Magazijn, inkoop, verkoop
2. Inkoop, magazijn, verkoop
3. Verkoop, magazijn, inkoop
4. Inkoop, verkoop, magazijn

Wat moet de afdeling verkoop doorgeven aan de afdeling magazijn?

1. Welke inkopen er gedaan moet worden
2. Welke bestelling er klaargemaakt moeten worden

Wat is een ander woord voor geleideformulieren?

1. Geleidedocumenten
2. Geleidepapieren
3. Geleidepakbon
4. Geleidevrachtbrief

Welk document is geel?

1. Vrachtbrief
2. Pakbon

Wat staat er op een pakbon?

1. Het artikel en het aantal
2. Datum van aflevering, transportverpakking
3. Datum van aflevering
4. Het aantal

De uitgaande goederenstroom is de weg die van fabrikant naar groothandel gaat.

1. Juist
2. Onjuist

Uitgaande goederenstroom = verzamelen, verpakken en verzenden.

Welke formulieren moeten in orde zijn bij een lading goederen?

1. Goederenstroomformulier
2. Pakbon en vrachtbrief
3. Stroomformulier
4. Pakbon en goederenstroomformulier

Wat is hier afgebeeld?

1. Trolley
2. Pallet
3. rolcontainer
4. Handpallettruck

Hoe dit transportmiddel?

1. rolcontainer
2. dolly
3. magazijnwagen
4. steekwagen

Wat is hier afgebeeld?

1. Steekwagen
2. Pallet
3. rolcontainer
4. stelling

Wat is hier afgebeeld?

1. Bak
2. Pallet
3. rolcontainer
4. stelling

Wat is geen intern transportmiddel

1. Vrachtwagen
2. Magazijnwagen
3. Dolly/hondje
4. Steekwagen

Bulkvoorraad

Werkvoorraad

Kolom of sectie

Staander

Schap of etage

Wat is 'derving'?

1. De veranderingen van de voorraad door inkoop/verkoop
2. is verlies door beschadiging of bederf, of door diefstal van geld of artikelen.
3. Aantallen artikelen die altijd in voorraad gehouden worden

Een gevarenetiket is het etiket waarop door middel van een pictogram is aangegeven hoe het betreffende artikel moet worden behandeld, bijvoorbeeld tijdens het transport of de opslag.

1. Waar
2. Niet waar

Dit is een behandelingsetiket

Een kaart/lijst waarop de voorraad van een artikel bijgehouden wordt.

1. turflijst
2. bestelformulier
3. besteladvieslijst
4. voorraadkaart

Waarom heeft een bedrijf altijd een minimum voorraad.

1. Het kost veel geld
2. Dan hoef je niet te zoeken
3. Dan kan je altijd alles verkopen
4. Om bederf tegen te gaan

de voorraad nu is 20 de minimum voorraad is 15 de maximum voorraad is 60 hoeveel mag er bij bestelt worden

1. 35
2. 40
3. 0
4. 45

Wat is fifo

1. First out furstin
2. First in first out

Welke producten vul je bij volgens het fifo-systeem?

1. toiletpapier
2. doos koekjes
3. kwarktoetjes
4. schoonmaakazijn

het LIFO systeem wordt gehanteerd bij

1. producten zonder THT/TGT datum
2. producten met THT/TGT datum
3. seizoensproducten
4. producten met hoge waarde

Welk product moet worden bijgevuld volgens het lifo-systeem?

1. Keukenrol
2. Patat (in diepvries)
3. Chips
4. Kastmeubel

In de kantine wordt de melk bijgevuld. De melk die het langste houdbaar is, wordt achterin geplaatst

1. Fifo
2. Lifo
3. Jit

Wat is geen opslagmiddel?

1. Vloer
2. Koel/vriescel
3. Buitenopslag
4. Magazijn

De artikelen liggen op vaste plekken. Deze zijn bijvoorbeeld ingedeeld op
assortimentsgroepen.

1. Vast locatiesysteem
2. Vrij locatiesysteem
3. Gemengd locatiesysteem

De artikelen hebben geen vaste plekken, maar met een locatiecode weet je waar ze liggen.

1. Vast locatiesysteem
2. Vrij locatiesysteem
3. Gemengd locatiesysteem