Rekenvaardigheid Stappenplan

Rekenvaardigheid Stappenplan
Leerdoelen:
Aan het einde van deze les:
Kan jij de alle stappen van het stappenplan goed uitvoeren
kan jij Formules omschrijven
Berekening correct uitvoeren
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Rekenvaardigheid Stappenplan
Leerdoelen:
Aan het einde van deze les:
Kan jij de alle stappen van het stappenplan goed uitvoeren
kan jij Formules omschrijven
Berekening correct uitvoeren

Slide 1 - Slide

Stappenplan (5-opschrijven)
- Bekijk de rekenvraag. Omcirkel de belangrijke gegevens in de vraag.
- Zet bij deze gegevens de symbolen van de formules
- (1) Schrijf deze symbolen op, gevolgd met de getallen die daarbij staan.
- (2) Schrijf in symbolen op waar je bij deze vraag een antwoord op moet geven
- (3) Selecteer de juiste formule door alleen naar de beschikbare symbolen te kijken
- Herschrijf eventueel de formule
- (4) Vul de getallen in op de plek van de symbolen
- (5) Geef antwoord op de vraag inclusief een eenheid

Slide 2 - Slide

Samen stappenplan oefenen


Open je boek, paragraaf 1.3 opdracht 4

Bekijk de drie lampjes in figuur 6. Bij elk lampje staat vermeld op welke spanning je het moet aansluiten en hoe groot de stroomsterkte dan wordt.


Bereken het vermogen van het bovenste lampje.

Slide 3 - Slide

Samen stappenplan oefenen


Bereken het vermogen van het bovenste lampje.

- Welke informatie heb ik in de vraag?
(1) U = 6V
        I = 0,5 A
- Wat moet ik precies doen voor deze vraag?
(2) Vermogen P = ?
- Welke symbolen heb ik informatie over, en wat moet ik berekenen. Selecteer daarmee een formule

E = P x t         P = U x I      R = U/I      C = I x t    
Informatie omcirkelen
Bekijk de informatie over lampje 1.
We zien hie de volgende informatie
6V
0,5A
Zet hier de juiste symbolen bij. Welke symbolen horen bij de eenheid V en welke symbolen horen bij de eenheid A?

Slide 4 - Slide

(1) U = 6 V
I = 0,5 A
(2) P = ?
Welke formule kunnen we gebruiken?
A
E=Pt
B
P=UI
C
R=IU
D
C=It

Slide 5 - Quiz

Samen stappenplan oefenen


Bereken het vermogen van het bovenste lampje.

(1) U = 6V
        I = 0,5 A
(2) Vermogen P = ?
- Welke symbolen heb ik informatie over, en wat moet ik berekenen. Selecteer daarmee een formule
(3) P = U x I 
- In de volgende stap ga je alle symbolen proberen te vervangen met getallen. Heb je bij een symbool geen getal, schrijf dan nogmaals het symbool op!
(4) P = 6 x 0,5 = 3
Nu alleen nog een correct antwoord noteren. Geef eerst het gevraagde symbool, en vergeet de eenheid niet te noteren
(5) P = 3 W    

Slide 6 - Slide

Zelf stappenplan oefenen
Ga nu in je boek de andere lampjes correct opschrijven. Nadat de timer is afgegaan gaan we door met de volgende oefening.

Ben jij klaar voordat de timer afgaat. Doe opdracht 5
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Samen stappenplan oefenen
Ga nu naar opdracht 7
Op groep 3 van een huisinstallatie (230 V) zijn de volgende apparaten aangesloten:
• een strijkijzer van 1200 watt;
• een wasmachine van 2200 watt;
• een tv van 500 watt.
Bereken de stroomsterkte door het strijkijzer.


Slide 8 - Slide

Samen stappenplan oefenen
Ga nu naar opdracht 7
Op groep 3 van een huisinstallatie (230 V) zijn de volgende apparaten aangesloten:
• een strijkijzer van 1200 watt;
• een wasmachine van 2200 watt;
• een tv van 500 watt.
Bereken de stroomsterkte door het strijkijzer.

-Omcirkel de gegevens en zet de symbolen erbij
(1) Schrijf de symbolen op en zet de waarden erachter
- Wat moet je bij deze vraag berekenen?
(2) Schrijf het symbool op met een ? er achter
- Met de symbolen die we hebben, gaan we een formule selecteren
E = P x t         P = U x I             R = U/I                      C = I x t    



Slide 9 - Slide

(1) P = 1200 W
U = 230 V
(2) I = ?
Welke formule kunnen we gebruiken?
A
E=Pt
B
P=UI
C
R=IU
D
C=It

Slide 10 - Quiz

Samen stappenplan oefenen
Ga nu naar opdracht 7
Op groep 3 van een huisinstallatie (230 V) zijn de volgende apparaten aangesloten:
• een strijkijzer van 1200 watt;
• een wasmachine van 2200 watt;
• een tv van 500 watt.
Bereken de stroomsterkte door het strijkijzer.

(1) Schrijf de symbolen op en zet de waarden erachter
(2) Schrijf het symbool op met een ? er achter
(3)  P = U x I     
Deze formule kan je nog niet gelijk gebruiken. Er wordt om I gevraagd, niet om P. Dus formule herschrijven.
Gebruik hiervoor het driehoekjes methode.


Slide 11 - Slide

Samen stappenplan oefenen
Ga nu naar opdracht 7
Op groep 3 van een huisinstallatie (230 V) zijn de volgende apparaten aangesloten:
• een strijkijzer van 1200 watt;
• een wasmachine van 2200 watt;
• een tv van 500 watt.
Bereken de stroomsterkte door het strijkijzer.

(1) Schrijf de symbolen op en zet de waarden erachter
(2) Schrijf het symbool op met een ? er achter
(3)  P = U x I     ->   
Vervang alle symbolen met getallen. Kan je een symbool niet vervangen, schrijf het symbool nog steeds op.
(4) 
Laatste stap is de vraag beantwoorden inclusief eenheid
(5) I = 5,2 A



I=UP
I=2301200=5,2

Slide 12 - Slide

Zelf stappenplan oefenen
Ga nu in je boek de overige apparaten correct opschrijven. Nadat de timer is afgegaan gaan we door met de volgende oefening.
Ben jij klaar voordat de timer afgaat. Doe opdracht 9
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Ga aan de slag met
Bladzijde 137, vraag 4
Bladzijde 139 & 140 vraag 8 & 9
Bladzijde 160 vraag 4&5

Slide 14 - Slide