5.5 - Gedrag (1BK)

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon thuis of in de kluis
Chromebook dicht, schrift op tafel
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon thuis of in de kluis
Chromebook dicht, schrift op tafel

Slide 1 - Slide

Biologie
Waarnemen en gedrag

Slide 2 - Slide

Waarnemen en gedrag
5.1 - Waarnemen
5.2 - De huid
5.3 - De oren
5.4 - De ogen
5.5 - Gedrag
5.6 - Onderzoeksvraag en hypothese

Slide 3 - Slide

Thema 5 - Waarneming en gedrag 
5.4 - De ogen

Slide 4 - Slide

Doelen van de vorige paragraaf
Je kunt de delen van het oog benoemen met hun taak
Je kunt benoemen hoe een bril helpt om beter te zien

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Als je dichtbij scherp kan zien, maar veraf niet, ben je...
A
Bijziend
B
Verziend

Slide 7 - Quiz

Iemand die bijziend is, draagt een bril met...
A
Holle lenzen
B
Bolle lenzen

Slide 8 - Quiz

Thema 5 - Waarneming en gedrag 
5.3 - De oren

Slide 9 - Slide

Doelen van de paragraaf
Je kunt de delen van het oor benoemen
Je kunt de taak van elk deel van het oor benoemen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Thema 5 - Waarneming en gedrag 
5.5 - Gedrag

Slide 12 - Slide

Doelen van de paragraaf
Je kunt beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat
Je kunt beschrijven wat gedrag is
Je kunt benoemen waardoor gedrag wordt bepaald

Slide 13 - Slide

prikkel, respons
een prikkel is iets wat je ziet hoort, voelt of ruikt.

respons is hoe je op de prikkel reageert.

Prikkel: iemand roept je naam. Respons: je draait je om.

Slide 14 - Slide

Reageren
Zintuigen reageren op prikkels door impulsen naar de hersenen te sturen.

Bij het reageren sturen de hersenen een impuls naar de spieren. 

Slide 15 - Slide

Bewuste reactie 

Slide 16 - Slide

Prikkel of respons?
Je hoort een auto toeteren
A
Prikkel
B
Respons

Slide 17 - Quiz

Prikkel of respons?
Je pakt de pen die op de grond is gevallen
A
Prikkel
B
Respons

Slide 18 - Quiz

Prikkel of respons?
Je begint met fietsen als het licht groen wordt
A
Prikkel
B
Respons

Slide 19 - Quiz

Prikkel of respons?
Je ziet het stoplicht oranje worden
A
Prikkel
B
Respons

Slide 20 - Quiz

Prikkel of respons?
Je ruikt de geur van pasgebakken brood
A
Prikkel
B
Respons

Slide 21 - Quiz

Prikkel of respons?
Je trekt je hand terug als je iets warms aanraakt
A
Prikkel
B
Respons

Slide 22 - Quiz

timer
3:00

Slide 23 - Slide

Gedrag
Alles wat een mens of dier doet

Bestaat uit reacties op prikkels

Elk deel van gedrag is een handeling

Slide 24 - Slide

Handelingen
Een hond staat op uit zijn mand en loopt naar de bak, waar hij gaat eten

Hoeveel handelingen zijn dit?
timer
0:30

Slide 25 - Slide

Handelingen
Een hond staat op uit zijn mand en loopt naar de bak, waar hij gaat eten

1 - Staat op
2 - Loopt
3 - Gaat eten

Slide 26 - Slide

Aangeboren en aangeleerd
Gedrag is er soms al, en moet soms worden geleerd

Lopen - aangeleerd
Drinken - aangeboren

Slide 27 - Slide

Normen en waarden: 
Waarden geven aan wat je belangrijk vindt, bijvoorbeeld ‘trouw’ of ‘eerlijkheid’.

Normen geven aan wat je dan wel of juist niet doet. Bij de waarde ‘trouw’ hoort bijvoorbeeld de norm ‘je laat je vrienden nooit in de steek’.
-> Bepalen gedrag van mensen

Slide 28 - Slide

Aangeleerd of aangeboren?
Een papegaai spreekt woorden uit
A
aangeleerd gedrag
B
aangeboren gedrag

Slide 29 - Quiz

Aangeleerd of aangeboren?
een kitten drinkt bij de moeder kat
A
aangeleerd
B
aangeboren

Slide 30 - Quiz

Aangeleerd of aangeboren?
Fietsen
A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag

Slide 31 - Quiz

Aangeleerd of aangeboren?
Eten met mes en vork
A
aangeleerd gedrag
B
aangeboren gedrag

Slide 32 - Quiz

Aangeboren of aangeleerd?
A
Aangeboren
B
Aangeleerd

Slide 33 - Quiz

Aangeboren Aangeleerd?
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 34 - Quiz

Vragen?

Slide 35 - Slide

Aan het werk


Maken:  5.5 (Gedrag) 1 tot en met 8
Eerder klaar?  9+10



Leerdoelen:
Je kunt beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat
Je kunt beschrijven wat gedrag is
Je kunt benoemen waardoor gedrag wordt bepaald

Slide 36 - Slide