betrekkelijk voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Antwoorden de brug opdracht 6 en 7

Nederlands

Nodig:

Boek

Schrift

LessonUp

Wat gaan we doen?

1. kort theorie voegwoord en bijwoord 

2. Huiswerk nakijken 

3. Uitleg en oefenen betrekkelijk voornaamwoord

Les 2:

Instructie boeken lenen 

Betrekkelijk voornaamwoord

Hoofdstuk 1

Grammatica woordsoorten

Startopdracht 

https:

Filmpje:

Hoofdstuk 1  -> grammatica betrekkelijk voornaamwoord

Maak aantekeningen

Bijvoeglijke bijzin 

- zinsdeelstuk

- zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord

- heeft een persoonsvorm

- begint vaak met een betrekkelijk voornaamwoord

De reis die ik met drie vrienden maakte, was heel avontuurlijk. 

Betrekkelijk voornaamwoord

De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: 

die en dat.

Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn: wie, wat 

Betrekkelijk voornaamwoord

die → verwijst naar de woorden

dat→ verwijst naar het woorden

Let op! Als je die en dat kunt vervangen door deze en dit is het geen betrekkelijk voornaamwoord, maar een aanwijzend voornaamwoord. 

De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn...

1. die, dat, zus, zo
2. zijn, haar, ons
3. die, dat, wie , wat
4. hij, zij, wij

Hij bracht ons naar dat feest.

Wat voor soort is het woord DAT?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. vragend voornaamwoord

Benoem het woord 'die'.
De olifant die daar loopt, is erg groot.

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord

Huiswerk

Maak opdracht 1 van bladzijde 31

Foto van opdracht 1 blz. 31

Nederlands

Nodig: 

Boek 

Schrift

LessonUp 

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk nakijken

2. Oefenen met betrekkelijk voornaamwoord (LessonUp)

3. Opdrachten uit het boek maken

Nakijken opdracht 1

Vragen?

Bijvoeglijke bijzin 

- zinsdeelstuk

- zegt iets over een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord

- heeft een persoonsvorm

- begint vaak met een betrekkelijk voornaamwoord

De reis die ik met drie vrienden maakte, was heel avontuurlijk. 

Betrekkelijk voornaamwoord

De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: 

die en dat.

Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn: wie, wat 

Betrekkelijk voornaamwoord

die → verwijst naar de woorden

dat→ verwijst naar het woorden

Let op! Als je die en dat kunt vervangen door deze en dit is het geen betrekkelijk voornaamwoord, maar een aanwijzend voornaamwoord. 

Wie heeft die woordsoorten eigenlijk bedacht?

1. die = betrekkelijk voornaamwoord
2. die = aanwijzend voornaamwoord

Benoem het woord 'dat'.
Het spel dat ik gisteren speelde, heet FIFA.

1. aanwijzend voornaamwoord
2. lidwoord
3. bijwoord
4. betrekkelijk voornaamwoord

De jongen ,die geselecteerd is voor Twente, staat morgen in de basis.
Wat is in deze zin het betrekkelijk voornaamwoord?

1. de
2. die
3. voor
4. in

De leuke foto die ik heb gemaakt

1. de
2. die
3. heb
4. er is geen betr.vnw

Dat lieve meisje is van de trap gevallen

1. Dat
2. is
3. de
4. er is geen betr.vnw

Aan de slag 

Maak opdracht 2 

Wat gaan we doen vandaag?

Lesuur 1: herhalingsles betrekkelijk voornaamwoord

Lesuur 2: boekpresentaties + introductie betoog 

Herhalingsles

Betrekkelijk voornaamwoord

• Welke 4 ken je? 
• betr.vnw met ingesloten antecedent 
• Verschil herkennen t.o.v. aanwijzend voornaamwoord
• Gebruik wat of dat 
• Verwijzen naar personen 

Noem de 4 betrekkelijk voornaamwoorden

Wat is het antecedent van 'wat' in deze zin: Er is niets wat Jay niet kan

Bij welke woordsoort hoort het woord 'niets'?

1. betrekkelijk voornaamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. onbepaald voornaamwoord

Met wat (als betr.vnw) verwijs je naar: 

1. overtreffende trap

Het mooiste wat ik ooit heb gezien/ Het grootste wat ik heb gemaakt. 

2. Een onbepaald voornaamwoord

Er is niets wat ik niet lust/ Alles wat mis kon gaan, ging mis. 

3. Een hele zin

Het museum ging failliet, wat een grote teleurstelling was voor de eigenaren. 

4. Als het antecedent niet genoemd is:

Wat die man eet, wil ik graag ook (Wat = datgene wat) 

Het is mij een raadsel wat hij bedoelt (Wat = datgene wat) 

Anders gebruik je dat

Ik zoek iets .... weinig ruimte inneemt.

1. dat
2. wat

Er is niets .... me nog interesseert

1. dat
2. wat

Dat is alles .... ik nog wilde zeggen

1. dat
2. wat

Die docent is erg lief, .... ik in haar bewonder

1. dat
2. wat

Al is het het laatste ... ik nog doe vandaag.

1. dat
2. wat

Het schilderij.... je hebt opgehangen hangt scheef

1. dat
2. wat

Leg uit wat een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent is.

De tafel die scheef staat is omgevallen.

Wat is 'die' ?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord m.i.a.
4. vragend voornaamwoord

Tot welke woordsoort behoort het woordje 'wat' in onderstaande zin?

Wat jij mij hebt gegeven, is bedorven.

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord
3. betrekkelijk voornaamwoord m.i.a.
4. vragend voornaamwoord

Welk betrekkelijk voornaamwoord kan ook een ingesloten antecedent hebben? Maak een zin hiermee.

Hoe controleer je of een verwijswoord een betrekkelijk- of aanwijzend voornaamwoord is?

De jongen die op turnen zit, is heel aardig.
Die =

1. aanw.vnw
2. betr.vnw

Ik weet niet wie die jongen is.
Die =

1. aanw.vnw
2. betr.vnw

Verwijzen naar personen (voorzetsel + wie). Bedenk een zin met vz. + wie

Nog 2 vragen....

Wat is het betr.vnw in de volgende zin:

Wie rookt leeft erg onverstandig

1. Wie
2. erg
3. onverstandig
4. er is geen betr.vnw

De gewonde hond...... ik vond, jankte heel zielig

1. dat
2. die
3. wie
4. wat