Station mondelinge taalvaardigheid KGT2 perron 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Mondelinge taalvaardigheid perron 1

De Rooi Pannen

Ik heb wel eens een presentatie gehouden

JA

NEE

Ik vind spreken voor de klas spannend.

JA

NEE

EEN BEETJE

Lees opdr. 1 (blz. ) en geef antwoord op vraag 1.

opdrachten

maken:

opdracht 2, 3 en 4 

opdrachten

maken: 

opdracht  5 en 6

opdrachten

We lezen samen de uitleg op blz. 8

We maken opdr. 7 samen

Zoek de verschillen....

Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Noem een verschil in presenteren.

opdrachten 

maken:

opdracht 9, 10 en 11

Wat zijn valkuilen bij instructie geven?

opdrachten

maken:  

opdracht 13, 14, 15 en 17

Een goede presentatie heeft een goede voorbereiding nodig. Hoe bereid jij je voor?

opdrachten

We maken samen:

opdracht 18+19

opdrachten

maken:

opdracht  22 en 24

TERUGBLIK: Instructie schrijven

uitleg opdracht

Jullie gaan een instructiefilmpje maken. Je mag zelf kiezen wat jouw onderwerp wordt. Laat het wel goedkeuren door jouw docent voordat je gaat filmen. 

Je spreekt af wanneer je het onderwerp door moet geven en wanneer het fimpje ingeleverd moet zijn.

Je krijgt nu een voorbeeldfilmpje te zien.

Wat is belangrijk aan je houding tijdens het opnemen van de instructie?

Houding

- Sta met twee benen op de grond. 
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen het publiek in. 

In de instructie gebruik je verbale en 

non-verbale communicatie 

Wat is verbale communicatie?

1. Spreken
2. Spreken en luisteren
3. Met handen en voeten praten
4. Afbeeldingen gebruiken

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. Tekens & Symbolen
2. Praten met handen en voeten
3. Lichaamshouding
4. Van je gezicht aflezen

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn instructiefilmpje.

1. Waar
2. Niet waar

Tips tijdens de instructie

- Spreek rustig en duidelijk. 

- Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. 

- Zorg voor een logische indeling (kop - romp - staart) 

 - Gebruik duidelijke  en korte zinnen