station mondelinge taalvaardigheid vb2 perron 1

Mondelinge taalvaardigheid VB2 Perron 1
De Rooi Pannen 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mondelinge taalvaardigheid VB2 Perron 1
De Rooi Pannen 

Slide 1 - Slide

Ik heb weleens een presentatie gehouden?
Ja
Nee

Slide 2 - Poll

Ik vind spreken voor de klas spannend!
Ja
Nee
Een beetje

Slide 3 - Poll

Lees opdracht 1 en geef hier antwoord:

Slide 4 - Mind map

Opdrachten 
Maak opdracht 2 en 3 zelfstandig.
Bekijk hiervoor de poster van de koe goed!

Slide 5 - Slide

Feit en Mening
Lees het gele blok over feit en mening.

Feit: iets wat echt gebeurd is, wat waar is en wat je kunt controleren.
Mening: iets wat iemand vindt, is nooit goed of fout, je mening kan veranderden.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Opdrachten
Maak opdracht 4 

Slide 8 - Slide

Argumenten
Lees het gele blok over argumenten.

Argument: een ander woord voor reden. Je geeft een argument voor je mening. Om je mening kracht bij te zetten.

Slide 9 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 5, 6 en 7.

Slide 10 - Slide

4

Slide 11 - Video

Lees het gele blok over brainstormen


Samen nieuwe ideeën bedenken
Alles opnoemen
Zonder kritiek

Slide 12 - Slide

Opdrachten 
Maak opdracht 8

Slide 13 - Slide

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Noem een verschil in presenteren.

Slide 17 - Mind map

Lees het gele blok over Informatie


Informatie: W-W-W-W-W-W-H vragen.

Slide 18 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 11, 12 en 13

Slide 19 - Slide

Lees het gele blok over Informatie opzoeken

Nadelen: alleen kijken naar bovenste hit, letterlijk overnemen zonder begrip, niet altijd betrouwbaar.

Slide 20 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 14

Slide 21 - Slide

Lees het gele blok over informatie vragen

Denk na aan wie je een vraag stelt.
Stel een duidelijke vraag en doe dit beleefd op een moment dat het kan.
Luister naar het antwoord en vraag door als je het niet meteen begrijpt.
Bedank voor het beantwoorden.

Slide 22 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 16

Slide 23 - Slide

Een goede presentatie heeft een goede voorbereiding nodig. Hoe bereid jij je voor?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

Lees het gele blok over presenteren

spreekschema
inleiding-kern-slot

Slide 26 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 18

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Uitleg opdracht
Jullie gaan een instructiefilmpje maken. Je mag zelf kiezen wat jouw onderwerp wordt. Laat het wel goedkeuren door jouw docent voordat je gaat filmen.
Je spreekt af wanneer je het onderwerp door moet geven en wanneer het fimpje ingeleverd moet zijn.
Er volgt nu een voorbeeldfilmpje...

Slide 30 - Slide

Lees het gele blok over lichaamstaal.
Houding:
- Sta met twee benen op de grond.
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot.
- Je armen langs je lichaam.
- Rug recht, schouders naar achteren.
- Ogen het publiek in. 

Slide 31 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 19 t/m 22 zelfstandig

Slide 32 - Slide

Lees het gele blok over een instructie

Eerst vertellen wat het doel is van de instructie
Dan opnoemen wat je hiervoor nodig hebt
Vervolgens stapsgewijs vertellen hoe en wat

Slide 33 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 25, 27 en 28

Slide 34 - Slide

In de instructie gebruik je verbale en
non-verbale communicatie 

Slide 35 - Slide

Wat is verbale communicatie?
A
spreken
B
spreken en luisteren
C
met handen en voeten praten
D
afbeeldingen gebruiken

Slide 36 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
tekens en symbolen
B
praten met handen en voeten
C
lichaamshouding
D
van je gezicht aflezen

Slide 37 - Quiz

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn instructiefilmpje
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz

Tips tijdens de instructie:
- Spreek rustig en duidelijk.

- Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje.
- Zorg voor een logische indeling (kop - romp - staart)
 - Gebruik duidelijke en korte zinnen


Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide