AF zenuwstelsel BBL

1 / 52
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
Herhalen vorige keer (hormoonstelsel)
Zenuwstelsel
Warmte regulatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het hormoonstelsel produceert:
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Hormonen
D
Bloed

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het hormoonstelsel?
A
Stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
B
Alle klieren en organen die hormonen in het lichaam maken
C
Alle hormonen die worden aangemaakt in het lichaam
D
Alle zenuwen die hormonen aanmaken

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het hormoonstelsel is een ..... systeem
A
endocriene
B
limbisch
C
exocriene
D
vegetatieve

Slide 5 - Quiz

Het exocrien systeem bestaat uit exocriene klieren, of afvoerklieren, die zorgen voor de excretie of uitscheiding. Het systeem werkt tegengesteld aan het endocrien systeem dat hormonen afscheidt aan het organisme zelf, aan bloed en weefselvloeistof.
Wat doet het hormoonstelsel?
A
regelt langzame processen in het lichaam
B
regelt snelle processen in het lichaam

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de overeenkomst tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel?
A
Het zijn allebei systemen die iets regelen in het lichaam.
B
Ze kunnen allebei prikkels opwekken.
C
Ze zijn allebei net zo snel in het regelen van processen.
D
De werken allebei met elektronische impulsen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Aan het einde van de les: 

kun jij  de werking van het zenuwstelsel beschrijven


kun jij  de onderdelen van het zenuwstelsel benoemen


Kun jij vertellen hoe de temperatuur regulatie werkt



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van
het zenuwstelsel

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

onderdelen zenuwcel (neuron)

Dendrieten: meerdere korte celuitlopers, deze geleiden de impuls naar het cellichaam.
Cellichaam: elk neuron heeft een cellichaam waarin zich de kern bevindt. 
Celkern: in de kern is de genetische code, ofwel het DNA opgeslagen, die bepaalt hoe de cel zich ontwikkelt en werkt.
Axon: één lange uitloper die zich uitstrekt naar een ander neuron,spier of klier.
Myeline: wit vettig materiaal dat zich om het axon bevindt. Maakt snellere impulsgeleiding mogelijk.
Synaps: is een speciaal gebied waar de zenuwprikkels van de ene zenuw overgaan op de andere en hier kunnen twee zenuwcellen communiceren. Dit gebeurt door het vrijkomen van chemische stoffen, de neurotransmitters

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel (CZS)
Hersenen, hersenstam, ruggenmerg

Perifere Zenuwstelsel
ligt buiten de wervelkolom en hersenen
bestaat uit zenuwweefsel zoals hersenzenuwen en ruggemergzenuwen

https://human.biodigital.com/viewer/?be=4oXC&ui-info=true&ui-search=false&ui-undo=false&ui-fullscreen=true&ui-nav=false&ui-tools=true&ui-help=false&ui-chapter-list=false&ui-label-list=false&ui-anatomy-descriptions=false&ui-tutorial=false&ui-loader=circle&ui-whiteboard=false&ui-layers=false&ui-anatomy-labels=false&initial.button=true&disable-scroll=false&uaid=HCo63&paid=o_32633944

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Functie zenuwstelsel
  • We kunnen reageren op de buitenwereld;
  • Organen en lichaamsdelen bestuurd kunnen worden;
  • We psychische taken kunnen uitvoeren, zoals nadenken.

Perifeer: Vervoeren van gevoels- en zintuigprikkels naar het ruggenmerg EN
Bewegingsprikkels naar spieren en inwendige organen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zenuwstelsel 
  • processen om het individu in stand te houden. 
  • Het gaat hierbij om vegetatieve functies zoals ademhaling, bloeddruk en peristaltiek. 
  • Ze worden geregeld door het onwillekeurige (vegetatieve of autonome) zenuwstelsel.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zenuwstelsel

  • processen die zijn gericht op de relatie tussen het individu en zijn omgeving. 
  • Dit zijn de animale functies, zoals voelen (waarnemen, sensibiliteit), bewegen (motoriek), cognitieve functies, emoties en gedrag. 
  • Ze worden geregeld door het willekeurige (animale) zenuwstelsel.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hersenen
  • 86 miljard zenuwcellen
  • iedere zenuwcel kan met ongeveer 5.000 andere zenuwcellen verbinding maken
  • 2 hersenhelften

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hersenen


Grote hersenen
  • verantwoordelijke voor alle bewuste bewegingen, verwerken zintuigelijke signalen en beslissen of het lichaam reageert of niet
Kleine hersenen
  • zorgen voor coördineren van houding en motorische vaardigheden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hersenstam
Ruggenmerg
Hersenstam
  • zorgt voor veel processen, zoals bloeddruk, temperatuur, ademhaling

Ruggenmerg
  • schakels tussen hersenen en spieren/organen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Ruggenmerg
Functie ruggenmerg:

is het vervoeren van prikkels/impulsen van de perifere zenuwen naar de hersenen en omgekeerd 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

functie
hersenen krijgen info vanuit 
sensorische zenuwen  
- van buiten:  (zien, horen, ruiken, voelen en proeven)
- van binnen uit het lichaam info over bloeddruk, temperatuur, 

Stuurt de motorische cellen aan.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Perifere Zenuwstelsel
Vervoerders van 'prikkels' van zintuigen naar het CZS en van het CZS naar de spieren en organen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

motorische zenuwcellen
via de hersenen terug naar ruggenmerg en de motorische uitput. zij gaan naar het doelorgaan.


Animaal/ willekeurig ; iets wat we bewust aansturen. bv hand opsteken
Autonoom/onwillekeurig ; geen bewuste invloed, bv hartslag is nu 80 pm

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Autonome Zenuwstelsel
Werkt op organen
Sympatisch
ACTIE
Gaspedaal

Parasympatisch
RUST
Rempedaal

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

sympatisch
fight - flight
  • Alert
  • zweetklieren
  • hartslag omhoog 
  • stress systeem in actie
  • lever geeft suikers af
  • arm, been, buikspieren spannen aan




Slide 27 - Slide

This item has no instructions

para sympatisch 
rust - herstel 
  • normale ademhaling
  • zweten stopt
  • spierspanning daalt
  • hartslag daalt
  • voedsel wordt verteerd

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Bewuste reactie:

  • Via de hersenen
  • Denk je bij na
  • Doe je bewust/extra
  • Kan heel snel gaan, maar je hebt er over nagedacht.
Reflex:

  • NIET via de hersenen
  • Denk je NIET bij na
  • Doe je onbewust
  • Is altijd dezelfde snelle reactie
  • Beschermt je lichaam en voorkomt schade

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Reflex (en reflexboog)
Reflexboog


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen
Met behulp van je zintuigen informatie verzamelen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat nemen we waar?
We nemen prikkels waar.

Externe prikkels: Veranderingen in je omgeving (buiten je lichaam)

Interne prikkels: Veranderingen in je lichaam

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat is een impuls?
Je hersenen moeten de informatie van buiten (of binnen) het lichaam wel begrijpen.  Daarom zetten je zintuigen de informatie om in een elektrisch signaal: 

Een impuls

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Drempelwaarde
Waarom merk je sommige veranderingen niet?

Drempelwaarde: De minimale hoeveelheid die je nodig hebt van een prikkel, om het een impuls te laten worden.
Wat doe je met alle informatie om je heen?

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Temperatuur regulatie
  • Het temperatuurregelsysteem regelt warmteproductie en warmteafgifte. 
  • Wanneer er geen evenwicht is tussen de warmteproductie en warmteafgifte, ontstaat een afwijkende temperatuur.
  • Dit wordt geregeld vanuit de hypothalamus

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Koud
- bloedvaten vernauwen, je ziet bleek
-spieren trekken samen, je gaar rillen; warmte productie

Ernstige infectie: Eerst koude rilling door infectie, dan krijg je koorts

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Warm
- vaatverwijding, rode huiskleur
- zweetproductie neemt toe, om af te koelen

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Quiz

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Het zenuwstelsel bestaat uit
A
centraal zenuwstelsel, perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen
B
centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel
C
perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de kenmerken naar het juiste zenuwstelsel
Heb je niet alles goed? Druk op reset.

Sympatisch zenuwstelsel
Parasympatisch zenuwstelsel
Stimulatie van de hartactiviteit en ademhaling
Opslag reservevoedsel
Bloedvatverwijding in spijsverteringsorgaan
Afgifte adrenaline
Minder energieverbruik
Toename zweetproductie

Slide 43 - Drag question

This item has no instructions

Dendriet
Cellichaam
Kern

Slide 44 - Drag question

This item has no instructions

Een ........ is een orgaan dat reageert op bepaalde invloeden uit de omgeving
Een bepaalde invloed uit de omgeving noemen we een ........
Zintuigcellen zetten prikkels om in ......
Zintuig
prikkel
impulsen

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de taak van de zenuwen
A
impulsen aanmaken
B
impulsen doorgeven aan de hersenen
C
ze verbinden het centrale zenuwstelsel met de rest van lichaam
D
ze produceren bepaalde stoffen

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Zenuwcellen hebben vertakte uitlopers
A
Juist
B
Onjuist

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Aan het einde van de les: 

Zijn de leerdoelen behaald?

  • kun jij  de werking van het zenuwstelsel beschrijven


  • kun jij  de onderdelen van het zenuwstelsel benoemen


  • Kun jij vertellen hoe de temperatuur regulatie werkt



Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk:
Opdracht in Canvas; zenuwstelsel
Kennistoets zenuwstelsel
Voor meer verdieping, zorgpad; zenuwstelsel

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Heb je nog tips / tops
voor mij?

Slide 52 - Open question

This item has no instructions