Grammatica zinsontleding

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je...
... zinsdelen vinden
... zinsdelen correct aangeven




Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin precies?

Persoonsvorm =
A
deze
B
hoeveel
C
heeft
D
zinsdelen

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin precies?
A
4. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze zin precies?
B
5. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze / zin precies?
C
5. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze zin / precies?
D
6. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze / zin / precies?

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Geef het wwg aan.
Ik verzin een leuke activiteit voor de kerstmarkt.
Ik heb kerstballen versierd.
Wij zullen koekjes gaan bakken thuis. 

Slide 10 - Slide

Geef het wwg aan.
Ik verzin een leuke activiteit voor de kerstmarkt.
wwg = verzin
Ik heb kerstballen versierd.
wwg = heb versierd
Wij zullen koekjes gaan bakken thuis. 
wwg = zullen gaan bakken

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Geef het onderwerp aan
Ik verzin een leuke activiteit voor de kerstmarkt.
wwg = verzin
Ik heb kerstballen versierd.
wwg = heb versierd
Wij zullen koekjes gaan bakken thuis. 
wwg = zullen gaan bakken

Slide 13 - Slide

Geef het onderwerp aan
Ik verzin een leuke activiteit voor de kerstmarkt.
wwg = verzin + O = ik
Ik heb kerstballen versierd.
wwg = heb versierd + O = ik
Wij zullen koekjes gaan bakken thuis. 
wwg = zullen gaan bakken + O = wij

Slide 14 - Slide

Grammatica

Slide 15 - Slide

Even herhalen
* zinsdelen
* werkwoordelijk gezegde
* onderwerp

Slide 16 - Slide

Wat is het ww gezegde?
We hebben hem kerstkransjes gegeven.
A
we
B
gegeven
C
hebben
D
hebben gegeven

Slide 17 - Quiz

Wat is het ww gezegde?
Waarom wil jij geen kussengevecht houden?
A
waarom
B
waarom houden
C
wil houden
D
houden

Slide 18 - Quiz

Wat is het onderwerp in de zin?
Volgende week gaan we op wintersport.

Slide 19 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin?
Piet en Kees uit H2a gaan op vakantie naar Spanje.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

Wat is het lijdend voorwerp?
Ik heb haar een boek geleend.
A
ik
B
een boek
C
heb geleend
D
haar

Slide 22 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?
Ik geef Marieke een zoen.
A
Marieke
B
geef
C
een zoen
D
ik

Slide 23 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?
Michael heeft Pippa gefeliciteerd met haar verjaardag.
A
heeft gefeliciteerd
B
Michael
C
met haar verjaardag
D
Pippa

Slide 24 - Quiz