1.2 De winkelier wil winst

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Blz. 16-17

VE1.2 De winkelier wil winst

Vraag: Waarom wordt de prijs van producten bijna dagelijks aangepast?

• Inkoopprijs bij groothandel kan van dag tot dag verschillen;
• Bedrijfskosten schommelen.

Deze les: hoe bepaalt de winkelier zijn prijs?

Herhaling les 1

Wat weet je nog?

Wat zie je op de afbeelding?

1. Afzet
2. Bedrijfskolom
3. Productiefactoren
4. Kapitaalgoederen

Wat zijn de drie productiefactoren?

Een ondernemer doet dit om meer, beter of goedkoper te kunnen produceren.

1. Samenwerken
2. Verbouwen
3. Investeren
4. Bemoeien

Leerdoelen les 2

Aan het einde van deze paragraaf...

• weet je wat het verschil is tussen afzet en omzet en hoe je de omzet berekent.
• kun je de brutowinst berekenen.
• weet je wat bedrijfskosten zijn en kun je er voorbeelden van geven.
• kun je de nettowinst berekenen.

Je verkoopt 340 broden voor €2,80 per stuk.
Vul in: Afzet, verkoopprijs, omzet

Het is koud en je verkoopt warme chocolademelk. Aan het einde van de dag heb je 34 bekertjes verkocht voor €1,50 per stuk.

De omzet van de chocolademelk is dus €54.
De inkoopwaarde was €18.
Bereken de brutowinst.

Afzet is

1. Het aantal verkochte producten
2. Het bedrag dat je moet betalen voor je goederen
3. Het aantal verkochte goederen in geld

Hoe bereken je de Omzet?

Omzet=...

1. Afzet x Verkoopprijs
2. Verkoopprijs x Inkoopprijs
3. Afzet x Inkoopprijs
4. Winst x Verkoopprijs

Bedrijfskosten

Kosten om je winkel te laten functioneren zoals:

- Huur

- Loon 

- Stroom 

- Reclame

Hoe bereken je de brutowinst?

Brutowinst = ...

1. Inkoopwaarde - Omzet
2. Omzet - Bedrijfskosten
3. Omzet + Winst
4. Omzet - Inkoopwaarde

Een nieuwe auto kost €33.000. Je hebt als bedrijf 15 auto's verkocht. Wat is de omzet?

De omzet is dus €495.000. De inkoopprijs van de auto's was €6.000 per auto (15 stuks).
Wat is de brutowinst? Bereken eerst de inkoopwaarde.

Zelfstandig werken

Maken: 

Hoofdstuk 1.2 

Keuzeopdracht