Oorzaak-gevolg: er wordt uitspraak met een oorzaak / gevolg gedaan. De tekst ervoor / erna bevat dan het gevolg / oorzaak.
Signaalwoorden: doordat, daardoor, hierdoor, waardoor, zodat, door
Doordat het regende, kon er niet getraind worden.
Het regende de hele dag. Daardoor konden we niet trainen.