Paragraaf 5.2 - Particulier en Collectief

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Particulier en collectief

Paragraaf 5.2

Leerdoelen

- Ik leg uit wat de collectieve sector is.

- Ik leg uit wat de particuliere sector is.

- Ik kan voorbeelden noemen van de collectieve sector.

- Ik kan voorbeelden noemen van de particuliere sector. 
- Ik kan de begrippen nationalisatie en privatisering uitleggen.

Verschil collectieve en particuliere sector

Particuliere sector bestaat uit bedrijven en huishoudens. De bedrijven willen winst maken en leven van de verkoop. 

Collectieve sector bestaat uit overheidsinstanties en instellingen. Deze verleent belangrijke diensten en producten aan de particuliere sector. Wil geen winst maken en wordt betaald van belasting geld en sociale premies.

Collectieve sector

Particuliere sector

Collectieve sector

Alle overheidsinstanties die voornamelijk betaald worden van belastinggeld of sociale premies. 

Waar werken ambtenaren?

Particuliere sector

Bedrijven en huishoudens

De bedrijven in deze sector moeten leven van de verkoop en willen graag winst maken.

Wat is het verschil tussen de collectieve en particuliere sector?

Solidariteitsbeginsel

Kartel

Het is verboden om 

prijsafspraken te maken 

tussen concurrenten. 

Waarom?

Een voorbeeld van een ambtenaar is:

1. Een horecamedewerker
2. Een medewerker van de belastingdienst
3. Een docent
4. Een vuilnisman

Privatisering

Een instelling gaat van de collectieve sector naar de particuliere sector.

Een voorbeeld hiervan is NS , het vervoersbedrijf dat in 1995 werd geprivatiseerd.

Doel: meer concurrentie mogelijk maken en daardoor verbeteren van de dienstverlening aan de reiziger. 

Een dakdekkersbedrijf repareert het dak van een woonhuis. Een week later is het dak kapot. Wie betaalt de schade?

1. Het dakdekkersbedrijf
2. De overheid
3. De eigenaar van het huis

Waarom is de collectieve sector ook heel belangrijk voor de particuliere sector?

AOW premie betalen is een voorbeeld van het solidariteitsbeginsel.

1. Waar
2. Niet waar

Een sportschool hoort bij de

1. collectieve sector.
2. particuliere sector.

Een leraar op het Piramide College werkt in de

1. collectieve sector.
2. particuliere sector.

Aan de slag

Bekijk de video: collectieve sector en particuliere sector.

 Maken &5.2 

TL opgave 5 t/m 10 

KBL opgave 6 t/m 10 

leren samenvattingen en begrippen