nach in oder zu

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Programm

Stunde 1

extra aandacht nach/zu/in

instructie deelname toets online met test

Stunde 2

online formatieve toets Kapitel 3 

30 minuten ( 12.10 -12.40)

nach , in oder zu

nach

• plaatsnamen
• landen zonder lidwoord
• richting
• nach Hause

landen met een lidwoord

• in+ naamval 4

in die Türkei fahren (v)

in den Irak fliegen (m)

In die Vereinigten Staaten reisen (mv)

Berlin

1. nach
2. zu
3. ins
4. in

die Schweiz

1. nach
2. zu
3. ins
4. in

Hause

1. nach
2. zu
3. ins
4. in

Deutschland

1. nach
2. zu
3. ins
4. in

oben

1. nach
2. zu
3. ins
4. in

zu

• bij personen
• bij zaken

Zu heeft altijd naamval 3:

zum / zu dem Opa (m) , zum Hauptbahmhof (m)

zur / zu der Oma (v), zur Bushaltestelle (v)

zum / zu dem Kind (0) , zum Rathaus (o)

zu den Eltern (mv), zu den Häusern (mv)

in ( waar je zu verwacht)

vaste combinaties

in die Disko gehen

in die Kirche gehen

in die Schule gehen

Ins Museum (o) gehen

( De nadruk ligt niet op het erheen gaan, maar op het in het gebouw zijn)

den Großeltern

1. nach
2. zu
3. ins
4. in

Kino
( om een film te zien)

1. nach
2. zu
3. ins
4. in

Stadion (o)

1. nach
2. zum
3. ins
4. in

links

1. nach
2. zum
3. ins
4. in

die Maladiven

1. nach
2. zum
3. ins
4. in

Bushaltestelle (v)

1. nach
2. zum
3. zur
4. in die

Klassenlehrer

1. nach
2. zum
3. zur
4. in die

Test  toegang toets

Om te kijken of iedereen toegang heeft tot de toets ( morgen)

heb ik jullie een test gestuurd.

Open de link

De test bestaat uit 3 vragen.