Eerste steden

Eerste steden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Eerste steden

Slide 1 - Slide

Inhoud
Herhaling
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Slide

Geloof jager-verzamelaars

Slide 3 - Mind map

Geloof boeren

Slide 4 - Mind map

Huiswerk check

Slide 5 - Slide

Huiswerk
1 a: Een jager leefde als een nomade en trok rond. Hij had geen vaste woonplaats. Een boer leefde wel op een vaste plek.

1 b: Boeren gebruikten aardewerk, zoals potten, om voedsel in te bewaren. Jagers trokken veel rond en hadden daarom weinig spullen. Zij gebruikten geen aardewerk. 

2 a: De uitvinding van de landbouw rond 10.000 v.C.
2 b: Dit was een belangrijk keerpunt, omdat dit het leven van mensen veranderde. In plaats van te leven van de natuur gingen mensen de aarde bewerken. Ze brachten de aarde in cultuur. Door de landbouw ontstond er een vast en regelmatig aanbod van voedsel, waardoor de bevolking groeide. Uiteindelijk raakte de hele aarde bevolkt.  

3: Uit geschreven bronnen is makkelijker op te maken waar mensen in geloofden of wat hun bedoelingen waren.

4 a: Over de beschaving van de Egyptenaren. 4 b: Eigen antwoord.

Slide 6 - Slide

Huiswerk
5 a: Een ongeschreven bron. Op deze bron staat geen tekst, alleen afbeeldingen.
5 b: Omdat er niet staat beschreven waarom de afbeelding werd geschilderd kunnen we het nooit zeker weten.

6: C, want wetenschappers hebben de vraag onderzocht waarom de beeldjes gemaakt zijn en hebben verschillende antwoorden gevonden. 

7: De hunebedbouwers begroeven hun doden met allerlei voorwerpen, grafgiften, die de dode kon gebruiken in het hiernamaals.



8a. A4 B3 C1 D2 8 b: Aan de linker- en rechterkant werden twee kleinere draagstenen geplaatst, zodat er een soort heuvel rond de grot ontstond. 

9: Bijvoorbeeld: Voor de hunebedbouwers was het hiernamaals heel erg belangrijk. Een goede begraafplaats hielp de dode om goed naar het hiernamaals te komen. 










Slide 7 - Slide

Mesopotamië
In Mesopotamië werd het schrift uitgevonden, rond 3500 v.Chr. Dit om de landbouw opbrengsten bij te houden. 
Door de overstromingen van de Nijl was de grond enorm vruchtbaar. De rivier werd ook gebruikt om water op de akkers te krijgen. 
De landbouw in Egypte leverde enorm veel op. Niet iedereen hoefde meer in de landbouw te werken. Steden met ambachtslieden ontstonden langs de Nijl. 
In Egypte werd alles bijgehouden via hiërogliefen
Hiërogliefen schrijven was heel lastig. De opleiding duurde ongeveer 12 jaar. 

Slide 8 - Slide

Schrijf je naam.

Slide 9 - Slide

Macht
In Egypte woonde bijna iedereen langs de Nijl. Door samenwerking werd een vorst de baas: de farao. Farao's gebruikten wetten om te besturen. Via ambtenaren werd makkelijker bestuurd
De farao was het hoofd van het geloof - hij was zelf een halfgod. Priesters stonden in verband met de goden. 

Slide 10 - Slide

Hiernamaals
De Egyptenaren geloofden in het eeuwige leven. Het hele leven was bedoeld om zich hierop voor te bereiden. In het dodenboek stond een soort stripverhaal wat vertelde wat er gebeurde na de dood. Dit boek was geschreven op papyrus
Onderweg naar het hiernamaals moest je je zonden bekennen. Daarna werd je hart gewogen tegen een struisvogelveer - het symbool van de waarheid. 

Rijke Egyptenaren werden na hun dood goed bewaard. Lichamen werden gebalsemd en er werd een mummie van je gemaakt. De hele rijke farao's werden ter ruste gelegd in een piramide, samen met enorm veel grafgiften. 

Slide 11 - Slide

Opdrachten
WB Blz. 24 t/m 26

Opdracht 10 t/m 16

Slide 12 - Slide