Les 28 maart: Mozart

Luister goed
Herken je de muziek?

Wie heeft deze muziek geschreven?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Luister goed
Herken je de muziek?

Wie heeft deze muziek geschreven?

Slide 1 - Slide

Mozart

Slide 2 - Slide

timer
1:00
Mozart

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Wat ga je doen?
  1. Lees de tekst

  2. Zoek de onderstaande woorden op en raad de betekenis:

    veilen, gaande zijn, het schouwspel, de tournee, verscheidene, de gave, het genre, het oeuvre, onvoltooid, verifiëren

  3. We doen straks een quiz over de betekenissen. Bereid je dus goed voor!

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Het kunstwerk werd geveild.

veilen
A
verkopen aan de persoon die er het minst voor wil betalen
B
kopen van de persoon die er het meest voor wil hebben
C
verkopen aan de persoon die er het meest voor wil betalen

Slide 6 - Quiz

De vergadering is al gaande.

gaande zijn
A
afgelopen zijn
B
aan de gang zijn, bezig zijn
C
nog moeten beginnen

Slide 7 - Quiz

Wat een schouwspel is dat!

schouwspel
A
de gebeurtenis die spannend is om naar te luisteren
B
de gebeurtenis die bijzonder is om te vieren
C
de gebeurtenis die leuk of mooi is om naar te kijken

Slide 8 - Quiz

Wanneer gaan zij op tournee?

tournee
A
de eerste voorstelling van een artiest op een speciale plek
B
de vakantie van iemand naar verschillende plekken
C
de rondreis van kunstenaars naar plekken waar ze optreden

Slide 9 - Quiz

Achmed heeft verscheidene spullen in zijn etui.
A
verschillende
B
de meeste
C
bijzondere

Slide 10 - Quiz

Wat is de gave van Hamza?

gave
A
het probleem
B
de wens
C
het talent

Slide 11 - Quiz

Het genre is popmuziek.
A
het individu
B
de manier
C
het soort

Slide 12 - Quiz

Dit is zijn hele oeuvre.

oeuvre
A
alle werken van een kunstenaar
B
een aantal werken van een kunstenaar
C
de mooiste werken van een kunstenaar

Slide 13 - Quiz

Ze levert haar huiswerk onvoltooid in.

onvoltooid
A
niet beoordeeld
B
niet afgemaakt
C
niet gelezen

Slide 14 - Quiz

Karel en Emine zullen dit verifiëren.

verifiëren
A
kopiëren
B
aantonen dat iets echt is
C
uitgebreid verslag van iets doen

Slide 15 - Quiz

Schema
De tekst gaat over Wolfgang Amadeus Mozart. In de tekst ben je allerlei zaken over hem
te weten gekomen. Deze informatie kun je in een hoofd-hart-handen-voetenschema
zetten.
• Wat gebeurt er in het hoofd van Mozart?
• Wat doet Mozart met zijn handen (werk)?
• Wat voelt Mozart (in zijn hart)?
• Waar komt Mozart vandaan en waar is hij in zijn leven geweest?
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Op welke datum werd Wolfgang Amadeus Mozart geboren?
A
5 december 1756
B
27 januari 1756
C
12 april 1791
D
21 maart 1790

Slide 18 - Quiz

Hoe oud was Mozart toen hij zijn eerste pianoconcert componeerde?
A
3 jaar
B
4 jaar
C
5 jaar
D
6 jaar

Slide 19 - Quiz

Met wie ging Mozart op tournee door Europa?
A
Alleen met zijn vader
B
Met zijn vader en zijn zus Nannerl
C
Alleen met zijn moeder
D
Met zijn vader en moeder

Slide 20 - Quiz

Hoeveel muziekstukken heeft Mozart tijdens zijn leven gecomponeerd?
A
41 muziekstukken
B
626 muziekstukken
C
127 muziekstukken
D
312 muziekstukken

Slide 21 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord "oeuvre" in deze tekst?
A
Het totale aantal concerten dat Mozart heeft gegeven
B
Het totale aantal muziekstukken dat Mozart heeft gecomponeerd
C
De verschillende landen waar Mozart heeft gereisd

Slide 22 - Quiz

Hoeveel uur zou het kosten om het totale oeuvre van Mozart achter elkaar te beluisteren?
A
100 uur
B
140 uur
C
200 uur
D
240 uur

Slide 23 - Quiz

Wat wordt er momenteel online geveild dat aan Mozart toebehoorde?
A
Een schilderij van Mozart
B
Een papiertje met zijn handtekening
C
Een van zijn piano's
D
Een pen van Mozart

Slide 24 - Quiz

Hoeveel dollar kan de handtekening opleveren volgens de veilingsite?
A
100 dollar
B
1000 dollar
C
50 000 dollar
D
200 000 dollar

Slide 25 - Quiz

Wat heeft Mozart gezegd over muziek?
A
Muziek mag nooit het oor beledigen. Muziek moet altijd muziek blijven.
B
Ik hou van muziek, maar ik kan niet spelen.
C
Ik ben geen wonderkind, ik moest hard werken voor mijn successen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Video

Blooket

Slide 28 - Slide

https://lyricstraining.com/nl/
  1. Kies het lied Europapa
  2. Klik op Play Now
  3. Kies Beginner
  4. Typ de woorden 
  5. Kies zelf een ander lied

Slide 29 - Slide