De zes zinnen gaan over migratie uit Turkije. Zet de letters van de zinnen in de juiste volgorde. Begin met wat het eerst gebeurt.
_________ - _________ - _________ - _________ - E - F
A
B
C
D
Slide 5 - Drag question
Open vragen
Slide 6 - Slide
De buitengrenzen van Europa worden steeds strenger bewaakt. Twee manieren waarop dat gebeurt zijn:
Slide 7 - Open question
Waarom is een visum belangrijk voor migranten?
Slide 8 - Open question
Meerkeuze vragen
Slide 9 - Slide
Welke conclusie kun je trekken uit deze bron?
A
De aantrekkelijkste stad om naartoe te verhuizen is Amsterdam.
B
Het aantal verhuizingen is sinds 2020 in het zuiden toegenomen.
C
Verhuizingen in Nederland vinden vooral om sociale redenen plaats
D
In lichtgekleurde gebieden kunnen wel veranderingen in de bevolkingsgrootte zijn, maar dat komt bijna niet door verhuizingen.
Slide 10 - Quiz
Om wat voor soort verhuisreden gaat het?
Voor een bosrijke omgeving
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch
Slide 11 - Quiz
Om wat voor soort verhuisreden gaat het?
Voor een studie met een grote banenkans
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch
Slide 12 - Quiz
Om wat voor soort verhuisreden gaat het?
Om te trouwen met je grote liefde
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch
Slide 13 - Quiz
Om wat voor soort verhuisreden gaat het?
Uit frustratie door een burenruzie
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste woorden.
In de coronatijd verhuisden veel Nederlanders van de steden naar het platteland. Deze vorm van (1) binnenlandse / buitenlandse migratie is een voorbeeld van migratie om (2) sociale / economische redenen
A
1. binnenlandse - 2. sociale
B
1. binnenlandse - 2. economische
C
1. buitenlandse - 2. sociale
D
1. buitenlandse - 2. economische
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste woorden.
Migratie is niet altijd vrijwillig. Vooral ecologische en (1) economische / politieke redenen zorgen voor gedwongen migratie uit angst. Seng uit Myanmar emigreert omdat ze kans loopt op vervolging om haar geloof. Seng is een (2) asielzoeker / vluchteling
A
1. economische - 2. asielzoeker
B
1. economische - 2. vluchteling
C
1. politike - 2. asielzoeker
D
1. politike - 2. vluchteling
Slide 16 - Quiz
Welke uitspraak geeft een juiste reden voor het krijgen van asiel om politieke redenen?
A
´Ik kan in mijn land geen baan bij mijn studie vinden.´
B
Ik kan in mijn land niet rondkomen door hongersnood.´
C
´Ik word in mijn land vervolgd omdat ik christen ben.´
D
´Ik word in mijn land geteisterd door een overstroming.´
Slide 17 - Quiz
Welke titel past bij de tekst?
A
Arbeidsmigratie om economische redenen in 1964
B
Gezinsmigratie om sociale redenen in 1988
C
Koloniale migratie om politieke redenen in 1981
D
Kettingmigratie om ecologische redenen in 1972
Slide 18 - Quiz
Welk motief geldt voor zowel koloniale migratie, gezinsmigratie als kettingmigratie?
A
streven naar een beter inkomen
B
hoop op een betere toekomst
C
angst voor politieke vervolging
D
vluchten om sociale redenen
Slide 19 - Quiz
Paragraaf 6.4
Slide 20 - Slide
Sleepvragen
Slide 21 - Slide
Open vragen
Slide 22 - Slide
Noteer de betekenis van het begrip.
Herkomstgebied
Slide 23 - Open question
Noteer de betekenis van het begrip.
Bestemmingsgebied
Slide 24 - Open question
Segregatie en retourmigratie kunnen het gevolg zijn van een mislukte integratie of assimilatie. Leg dit uit.
Slide 25 - Open question
Meerkeuze vragen
Slide 26 - Slide
Wat is een voorbeeld van braindrain?
A
Een tandarts uit Spanje vindt een vaste baan als tandarts in Nederland.
B
Een Poolse vuilnisman komt in een tomatenkwekerij in Nederland werken.
C
Een Nederlandse buschauffeur migreert permanent naar Frankrijk.
D
Een kunstenaar uit Nederland houdt een tijdelijke expositie in Japan.
Slide 27 - Quiz
Een werkloze man van 26 jaar migreert van Ghana naar Nederland en vindt hier een baan in de schoonmaaksector. Wat is een gevolg voor achterblijvers in het herkomstland?
A
uitbuiting
B
financiële afhankelijkheid
C
braindrain
D
culturele shock
Slide 28 - Quiz
Wat is de oorzaak van mogelijke uitbuiting van deze groep migranten?
A
Ze zijn afhankelijk van de werkgever.
B
Het project levert een vaste baan op.
C
Ze hebben geen veiligheidsmiddelen.
D
Ze kunnen niet praten in de eigen taal.
Slide 29 - Quiz
A
ecologische reden
B
economische reden
C
politieke reden
D
sociale reden
Slide 30 - Quiz
Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?
Migranten in Nederland zijn wettelijk verplicht geassimileerd.
A
juist
B
onjuist
Slide 31 - Quiz
Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?
De inburgeringsplicht is een voorbeeld van integratiebeleid.
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quiz
Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?
Mensen die terugkeren naar het thuisland zijn retourmigranten
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quiz
Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?
In een multi-etnische samenleving zijn geen minderheden.
A
juist
B
onjuist
Slide 34 - Quiz
Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.
Door opkomende migratiestromen naar Europa is er een ... van Nederland als multi-etnische samenleving
A
verrijking
B
verarming
Slide 35 - Quiz
Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.
De ... generatie migranten zijn vaak het meest geïntegreerd in Nederland.
A
eerste
B
tweede
Slide 36 - Quiz
Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.
Met name de ... bevolkingsgroep wordt gezien als geassimileerd.
A
Syrische
B
Indische
Slide 37 - Quiz
Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.
... met behoud van elementen uit de eigen cultuur kun je bevorderen door meteen vanaf het begin taallessen te geven.
A
Integratie
B
Assimilatie
Slide 38 - Quiz
In Den Haag wordt jaarlijks de Tong Tong Fair gehouden: een Indonesische markt. Welke conclusie kun je hieruit trekken over Den Haag?
A
Er is sprake van segregatie van de Indonesische bewoners.
B
Er is behoefte aan assimilatie van diverse bevolkingsgroepen.
C
Er is aandacht voor samenkomst in de multi-etnische samenleving.
D
Er is behoefte aan uitbreiding van het huidige integratiebeleid.
Slide 39 - Quiz
Welk begrip past bij deze bron?
A
Assimilatie
B
Segregatie
C
Retourmigratie
D
Integratie
Slide 40 - Quiz
Einde toets
Controleer goed of je alle vragen hebt beantwoord.