LJ 2 - SO 6.3 & 6.4

Maak de juiste combinatie tussen migrantengroepen en reden voor migratie
1. _________   -  2. _________  - 3. _________ - 4 _________
A. Arbeidsmigratie
B. Koloniale migratie
C. vluchteling
D. gezinsmigratie
1 / 26
next
Slide 1: Drag question
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maak de juiste combinatie tussen migrantengroepen en reden voor migratie
1. _________   -  2. _________  - 3. _________ - 4 _________
A. Arbeidsmigratie
B. Koloniale migratie
C. vluchteling
D. gezinsmigratie

Slide 1 - Drag question

De zes zinnen gaan over migratie uit Turkije. Zet de letters van de zinnen in de juiste volgorde. Begin met wat het eerst gebeurt.
_________ - _________ - _________ - _________ - E - F
A
B
C
D

Slide 2 - Drag question

Welke conclusie kun je trekken uit deze bron?
A
De aantrekkelijkste stad om naartoe te verhuizen is Amsterdam.
B
Het aantal verhuizingen is sinds 2020 in het zuiden toegenomen.
C
Verhuizingen in Nederland vinden vooral om sociale redenen plaats
D
In lichtgekleurde gebieden kunnen wel veranderingen in de bevolkingsgrootte zijn, maar dat komt bijna niet door verhuizingen.

Slide 3 - Quiz

Om wat voor soort verhuisreden gaat het?

Voor een bosrijke omgeving
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch

Slide 4 - Quiz

Om wat voor soort verhuisreden gaat het?

Voor een studie met een grote banenkans
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch

Slide 5 - Quiz

Om wat voor soort verhuisreden gaat het?

Om te trouwen met je grote liefde
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch

Slide 6 - Quiz

Om wat voor soort verhuisreden gaat het?

Uit frustratie door een burenruzie
A
economisch
B
sociaal
C
ecologisch

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste woorden.

In de coronatijd verhuisden veel Nederlanders van de steden naar het platteland. Deze vorm van (1) binnenlandse / buitenlandse migratie is een voorbeeld van migratie om (2) sociale / economische redenen
A
1. binnenlandse - 2. sociale
B
1. binnenlandse - 2. economische
C
1. buitenlandse - 2. sociale
D
1. buitenlandse - 2. economische

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste woorden.

Migratie is niet altijd vrijwillig. Vooral ecologische en (1) economische / politieke redenen zorgen voor gedwongen migratie uit angst. Seng uit Myanmar emigreert omdat ze kans loopt op vervolging om haar geloof. Seng is een (2) asielzoeker / vluchteling
A
1. economische - 2. asielzoeker
B
1. economische - 2. vluchteling
C
1. politike - 2. asielzoeker
D
1. politike - 2. vluchteling

Slide 9 - Quiz

Welke uitspraak geeft een juiste reden voor het krijgen van asiel om politieke redenen?
A
´Ik kan in mijn land geen baan bij mijn studie vinden.´
B
Ik kan in mijn land niet rondkomen door hongersnood.´
C
´Ik word in mijn land vervolgd omdat ik christen ben.´
D
´Ik word in mijn land geteisterd door een overstroming.´

Slide 10 - Quiz

Welke titel past bij de tekst?
A
Arbeidsmigratie om economische redenen in 1964
B
Gezinsmigratie om sociale redenen in 1988
C
Koloniale migratie om politieke redenen in 1981
D
Kettingmigratie om ecologische redenen in 1972

Slide 11 - Quiz

Welk motief geldt voor zowel koloniale migratie, gezinsmigratie als kettingmigratie?
A
streven naar een beter inkomen
B
hoop op een betere toekomst
C
angst voor politieke vervolging
D
vluchten om sociale redenen

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van braindrain?
A
Een tandarts uit Spanje vindt een vaste baan als tandarts in Nederland.
B
Een Poolse vuilnisman komt in een tomatenkwekerij in Nederland werken.
C
Een Nederlandse buschauffeur migreert permanent naar Frankrijk.
D
Een kunstenaar uit Nederland houdt een tijdelijke expositie in Japan.

Slide 13 - Quiz

Een werkloze man van 26 jaar migreert van Ghana naar Nederland en vindt hier een baan in de schoonmaaksector. Wat is een gevolg voor achterblijvers in het herkomstland?
A
uitbuiting
B
financiële afhankelijkheid
C
braindrain
D
culturele shock

Slide 14 - Quiz

Wat is de oorzaak van mogelijke uitbuiting van deze groep migranten?
A
Ze zijn afhankelijk van de werkgever.
B
Het project levert een vaste baan op.
C
Ze hebben geen veiligheidsmiddelen.
D
Ze kunnen niet praten in de eigen taal.

Slide 15 - Quiz


A
ecologische reden
B
economische reden
C
politieke reden
D
sociale reden

Slide 16 - Quiz

Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?

Migranten in Nederland zijn wettelijk verplicht geassimileerd.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?

De inburgeringsplicht is een voorbeeld van integratiebeleid.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?

Mensen die terugkeren naar het thuisland zijn retourmigranten
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Is de onderstaande zin over migratie juist of onjuist?

In een multi-etnische samenleving zijn geen minderheden.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.

Door opkomende migratiestromen naar Europa is er een ... van Nederland als multi-etnische samenleving
A
verrijking
B
verarming

Slide 21 - Quiz

Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.

De ... generatie migranten zijn vaak het meest geïntegreerd in Nederland.
A
eerste
B
tweede

Slide 22 - Quiz

Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.

Met name de ... bevolkingsgroep wordt gezien als geassimileerd.
A
Syrische
B
Indische

Slide 23 - Quiz

Maak de zin over migratie in orde door telkens het juiste antwoord te kiezen.

... met behoud van elementen uit de eigen cultuur kun je bevorderen door meteen vanaf het begin taallessen te geven.
A
Integratie
B
Assimilatie

Slide 24 - Quiz

In Den Haag wordt jaarlijks de Tong Tong Fair gehouden: een Indonesische markt. Welke conclusie kun je hieruit trekken over Den Haag?
A
Er is sprake van segregatie van de Indonesische bewoners.
B
Er is behoefte aan assimilatie van diverse bevolkingsgroepen.
C
Er is aandacht voor samenkomst in de multi-etnische samenleving.
D
Er is behoefte aan uitbreiding van het huidige integratiebeleid.

Slide 25 - Quiz

Welk begrip past bij deze bron?
A
Assimilatie
B
Segregatie
C
Retourmigratie
D
Integratie

Slide 26 - Quiz