Argumentatieschema's en drogredeneringen

Introductie
Stel, jij bent stagiair bij het vak Nederlands op deze school. Jouw stagebegeleider meneer Christmas heeft net een toets afgenomen en vraagt jou om de antwoorden van twee leerlingen na te kijken. 

1. Welke leerling heeft de meeste vragen goed beantwoord?
2. Bepaal bij ieder fout antwoord welk antwoord de leerling wel had moeten invullen.
timer
7:00
Vandaag: argumentatieschema's
pakket teksten / pen
Start direct zelfstandig en in stilte met de startopdracht:
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Introductie
Stel, jij bent stagiair bij het vak Nederlands op deze school. Jouw stagebegeleider meneer Christmas heeft net een toets afgenomen en vraagt jou om de antwoorden van twee leerlingen na te kijken. 

1. Welke leerling heeft de meeste vragen goed beantwoord?
2. Bepaal bij ieder fout antwoord welk antwoord de leerling wel had moeten invullen.
timer
7:00
Vandaag: argumentatieschema's
pakket teksten / pen
Start direct zelfstandig en in stilte met de startopdracht:

Slide 1 - Slide

Introductie
Volgens neurowetenschapper Van Rijn is het effectiever om gespreid leren via een lesmethode te stimuleren, want door die methode onthouden leerlingen de stof langer, zegt Van Rijn. Bovendien blijkt uit zijn onderzoek dat je daardoor een punt hoger scoort op een toets.

39 woorden


Kun je een naam geven aan het argumentatieschema dat hierboven staat?
timer
7:00
pakket teksten / pen
Start direct zelfstandig en in stilte met de startopdracht:

Slide 2 - Slide

1. Je kent de vijf argumentatieschema's en je kunt ze herkennen in een tekst.

2. Je weet dat je een samenvatting kunt schrijven van de belangrijkste informatie uit een tekst.

3. Je weet dat je informatie uit een tekst kunt inzetten als argument.
Wat weet je nog?

Theorie: Argumentatieschema's

Samen oefen, zelfstandig werken.


Afsluiting en vooruitblik

Slide 3 - Slide

Argumentatieschema
de link tussen het standpunt en het argument

Slide 4 - Slide

Oorzaak-gevolg
Je noemt een oorzaak als argument voor het standpunt


"Ik ben totaal niet gemotiveerd om deze uitleg te volgen. Dat komt doordat het bijna vakantie is."

Slide 5 - Slide

Kenmerk of eigenschap
Je geeft een kenmerk van iets of iemand om een standpunt over diezelfde iets of iemand te onderbouwen.

"Het feestje van Gerard zal wel een groot succes worden.
Hij is een echte gangmaker."

Slide 6 - Slide

Voor- en nadelen
Op basis van een nadeel of een voordeel van een handeling of actie onderbouw je een standpunt.


"Laten we dit jaar maar niet naar Zuid-Frankrijk gaan.
Het is daar zo extreem heet in de zomer."

Slide 7 - Slide

Voorbeelden
Je gebruikt een voorbeeld van wat je in je standpunt beweert.


"Humoristische televisieseries kunnen heel leerzaam zijn. In Friends wordt heel duidelijk dat vriendschappen niet alleen maar leuke momenten kennen ."

Slide 8 - Slide

Vergelijking
Je vergelijkt twee zaken met elkaar, waarbij je ervan uit gaat dat beide gevallen tot hetzelfde resultaat zullen leiden

"Het openbaar vervoer in Nederland moet gratis worden. Dat hebben ze in België ook gedaan en daar werd het een groot succes. (en in NL zal dat dus ook zo zijn)" 

Slide 9 - Slide

Gezag/autoriteit
Je noemt een bron of een deskundige ter ondersteuning van je standpunt

"De duidige tweede coronagolf zal niet leiden tot een overbelasting van de ic-zorg. Ic-specialist Gommers zei gisteravond in Nieuwsuur dat door een betere behandeling nog slechts 2% van alle patienten op de IC geholpen hoeft te worden." 

Slide 10 - Slide

Depay en De Jong laten in Barcelona nog maar eens duidelijk zien dat het werk van een voetballer kwetsbaar is.
Middelbare scholieren zijn steeds minder goed in leesvaardigheid. Het niveau van het onderwijs op de basisschool is de laatste jaren ernstig achteruit gegaan. 
Als de scholen dichtgaan vanwege het Coronavirus, dan kan ik eindelijk tijd vrijmaken om een nieuw boek te schrijven.
De berichtgeving rondom Corona is noodzakelijk en niet paniekzaaiend. Bij de economische crisis in 2008 werd er ook geroepen om geen negatieve berichten meer te publiceren over de recessie omdat mensen in paniek kunnen raken. Die oproep was onzinnig: media hebben als doel om mensen te informeren, hoor en wederhoor toe te passen. 
Volgens het RIVM zijn verdere maatregelen om Corona te bestrijden op dit moment niet nodig. De Nederlandse leerlingen kunnen dus prima naar school toe. 
Oorzaak-gevolg
Voorbeelden
Voor- en nadelen
Vergelijking
Autoriteit

Slide 11 - Drag question

Vernieuwd examen Nederlands

Slide 12 - Slide

1. Je kent de vijf argumentatieschema's en je kunt ze herkennen in een tekst.

2. Je weet dat je een samenvatting kunt schrijven van de belangrijkste informatie uit een tekst.

3. Je weet dat je informatie uit een tekst kunt inzetten als argument.
Wat weet je nog?

Theorie: Argumentatieschema's

Maak opdracht 14 en 16 uit het iBook argumentatie.


Afsluiting en vooruitblik

Slide 13 - Slide

Vernieuwd examen Nederlands

Slide 14 - Slide

Introductieles argumentatieleer
Zie lijst leerdoelen in het ibook.


Slide 15 - Slide

Argumentatie
Werkles en instructie-uren: zie Som voor instructies 
(hard werken, want weinig tijd door het debat)


Slide 16 - Slide

Argumentatie
Kennen en kunnen: dus aan het werk.
Deze week: opdracht 1 t/m 15 af! Huiswerkcontrole!

Slide 17 - Slide