Nederlands lj 2 H4 Taalverzorging - verwijswoorden

Hoofdstuk 4
Taalverzorging
Verwijswoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
Taalverzorging
Verwijswoorden

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Terugblik 
- Lesdoel
- Uitleg
- Opdrachten maken.

Slide 2 - Slide

Terugblik - Stappenplan zinsontleding

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Einde van de les weet je hoe je verwijswoorden moet gebruiken.

Slide 4 - Slide

Uitleg
Zie filmpje uitleg Nieuw Nederlands

Slide 5 - Slide

Herhaling
Staat er een bezit achter het verwijswoord? 
Gebruik dan: mijn, jouw, je, zijn, haar, ons, jullie, hun.

Staat er geen bezit achter het verwijswoord?
Gebruik dan: mij, jou, hem, haar, ons, jullie, hen.

Slide 6 - Slide

mij of mijn?
Geef ..... telefoon terug!
A
mij
B
mijn

Slide 7 - Quiz

mij of mijn?
Hij ging met ..... naar de film.
A
mij
B
mijn

Slide 8 - Quiz

jou of jouw?
Is die pen van .... of van hem?
A
jou
B
jouw

Slide 9 - Quiz

jou of jouw?
Ben jij met ...... vrienden naar een festival geweest?
A
jou
B
jouw

Slide 10 - Quiz

Als er in een zin een bezit achter het verwijswoord staat gebruik je:
A
mijn, jouw, je
B
mij, jou

Slide 11 - Quiz

Huiswerk
- Maak de startopdracht en 1 + 2 + 3 + 5 (GT + 6)

Slide 12 - Slide