Tussenstop 3 + receptieve vaardigheden / samenvatten

Tussenstop 3
pg. 179 - 183
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tussenstop 3
pg. 179 - 183

Slide 1 - Slide

Hoofdletters 
zie pg. 364

Slide 2 - Slide

Schema -n

Slide 3 - Slide

Tussen -s
pg. 366

Slide 4 - Slide

Lezen - schematiseren
pg. 189 - 190

Slide 5 - Slide

Welke woorden gebruiken vloggers vaak?

Slide 6 - Mind map

Welke Engelse leenwoorden ken je?
(let op: er mag geen letterlijke vertaling voor zijn).

Slide 7 - Mind map

tijdschrift

Slide 8 - Slide

 bijeenkomst / vergadering

Slide 9 - Slide

 geen sprake van

Slide 10 - Slide

grapjes maken

Slide 11 - Slide

een spel spelen (vaak via internet)

Slide 12 - Slide

begeleiden

Slide 13 - Slide

reservekopie
(bv. van documenten op een computer)

Slide 14 - Slide

uitsluiten
(bv. iets niet kopen van een bepaald bedrijf)

Slide 15 - Slide

Stappenplan
Lezen 
1. Globaal lezen: onderwerp bepalen
2. Intensief lezen: kernzinnen aanduiden
3. Kritisch lezen
3. Zoekend lezen: vragen beantwoorden

Schrijven
1. Mindmap
2. Samenvatting

Slide 16 - Slide

Lezen
globaal lezen

Slide 17 - Slide

oriënteren + globaal lezen
Wat is mijn leesdoel?
  • Belangrijkste info selecteren voor een schema

Wat is het onderwerp
  • invloed van het Engels op het Nederlands

Slide 18 - Slide

Tekststructuren
Welke tekststructuur herken je?

Slide 19 - Slide

Onderzoekstructuur
  1. Wat hebben ze onderzocht?
  2. Wie heeft het onderzocht?
  3. Hoe hebben ze het onderzocht?
  4. Wat waren de resultaten?
  5. Wat is de conclusie?

Slide 20 - Slide

Lezen
intensief lezen

Slide 21 - Slide

belangrijkste informatie
Selecteer de belangrijkste info uit de tekst voor een schema:
  • markeer de kernzin in elke alinea 
  • onderstreep zinnen die extra informatie geven over de kernzin. 
  • duid relevante voorbeelden aan met een afkorting (vb.). 
  • houd de richtvragen (onderzoekstructuur) in je achterhoofd

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Voorbeeld cultural borrowing?

Slide 28 - Mind map

Core versus cultural borrowing
  1. Core borrowing: Dit gebeurt wanneer een taal een woord leent voor een concept dat al een equivalent heeft in de taal. Het nieuwe woord vervangt of concurreert met een bestaand woord. Bv. update - bijwerken
  2.  Cultural borrowing: Dit gebeurt wanneer een taal een woord leent voor een concept dat oorspronkelijk niet in de taal of cultuur voorkwam. Bv. smartphone

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

belangrijkste informatie
De kernzinnen per alinea vormen de basis van het schema:
  1. Deze scriptie onderzoekt de verengelsing van de Nederlandse taal aan de hand van het waargenomen taalgebruik van een jonge groep Nederlanders.
  2. Aan de hand van gesproken taal in vlogs wordt daarom gepoogd nieuw licht te werpen op de manieren waarop de Engelse taal het Nederlands beïnvloedt.
  3. Deze studie beschrijft dus in hoeverre Engelse inserties in het taalgebruik van vloggers aanwezig is.
  4. Mixed method approach: kwantitatieve en kwalitatieve analyse.
  5. Uit de resultaten is gebleken dat de meerderheid van de Engelse inserties in het corpus cultural borrowings zijn. Er zijn ook veel core borrowings aanwezig.
  6. Het intensieve gebruik van sociale media en de leeftijd en geslacht van de vloggers blijken in dit onderzoek een rol te spelen bij het inzetten van Engelse woorden en zinnen in de Nederlandse taal.

Slide 33 - Slide

belangrijkste informatie
De kernzinnen per alinea vormen de basis van het schema:
  1. Deze scriptie onderzoekt de verengelsing van de Nederlandse taal aan de hand van het waargenomen taalgebruik van een jonge groep Nederlanders. = Wat hebben ze onderzocht?
  2. Aan de hand van gesproken taal in vlogs wordt daarom gepoogd nieuw licht te werpen op de manieren waarop de Engelse taal het Nederlands beïnvloedt. = Wat is het doel van het onderzoek?
  3. Deze studie beschrijft dus in hoeverre Engelse inserties in het taalgebruik van vloggers aanwezig is. = Wat hebben ze onderzocht?
  4. Mixed method approach: kwantitatieve en kwalitatieve analyse. = Hoe hebben ze het onderzocht?
  5. Uit de resultaten is gebleken dat de meerderheid van de Engelse inserties in het corpus cultural borrowings zijn. Er zijn ook veel core borrowings aanwezig. = Wat zijn de resultaten?
  6. Het intensieve gebruik van sociale media en de leeftijd en geslacht van de vloggers blijken in dit onderzoek een rol te spelen bij het inzetten van Engelse woorden en zinnen in de Nederlandse taal. = Wat is de conclusie?

Slide 34 - Slide

Lezen
kritisch lezen

Beantwoord de vragen op pg. 193 (enkel over eerste tekst)

Slide 35 - Slide

Lezen
zoeken lezen

Beantwoord de vragen pg. 195-196
timer
10:00

Slide 36 - Slide

pg. 190-191
Volg dezelfde stappen voor de tekst "Het Nederlands heeft al genoeg woorden".
1. Globaal lezen: onderwerp bepalen
2. Intensief lezen: hoofdgedachten aanduiden
3. Kritisch lezen: pg. 197 verder aanvullen
timer
15:00

Slide 37 - Slide

Schematiseren
Selecteer de belangrijkste info uit de teksten voor een schema:
  • noteer kernwoorden
  • omcirkel hoofdcategorieën om structuur aan je schema te geven

timer
5:00

Slide 38 - Slide

Soorten schema's
boomschema
tijdlijn
vergelijkende tabel
mindmap

Slide 39 - Slide

We geven het onderwerp en deelonderwerpen van deze tekst schematisch weer. Welk schema kan je best gebruiken?
A
boomschema
B
vergelijkende tabel
C
tijdlijn
D
mindmap

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

mindmap
Verschillende aspecten van een tekst:
tips: 
  • voorzie voldoende ruimte
(zet de takken met de meeste informatie onderaan)
  • plaats het onderwerp of de hoofdgedachte in het midden 
  • Laat vanuit dat woord pijlen vertrekken: je kan een kleurencode afspreken voor jezelf.

Slide 42 - Slide

Schematiseer de info
Neem een blad papier en maak een mindmap over de teksten o.b.v. wat je hebt aangeduid in de tekst (dit is leerstof):
  • Schrijf het onderwerp in het midden en voeg takken toe voor de deelonderwerpen
  • Schrijf de deelonderwerpen langs de takken
  • Schrijf enkel kernwoorden, geen doorlopende tekst
  • Voeg visuele informatie toe: verbanden a.d.h.v. symbolen, kleuren, opsommingstekens


timer
15:00

Slide 43 - Slide

mindmap
Tips:
  • Wees zuinig met wat je noteert: vermijd herhaling en te veel informatie.
  • Schrijf enkel kernwoorden
  • Teken cirkels of wolken rond informatie die samenhangt.
  • Breng eventueel een volgorde aan met cijfers.
  • Versterk verbanden door pijlen, gebruik dezelfde kleuren of verwijzingen.

Slide 44 - Slide

Schematiseren
Vergelijk je schema met het schema van de leerkracht (zie Smartschool)
pg.148 

timer
5:00

Slide 45 - Slide

samenvatten
hand-out

Slide 46 - Slide

samenvatten
Inleiding:
  • Hoofdonderwerp: Geef kort weer waar de tekst over gaat.
  • Schrijver en titel: Noem de auteur en de titel (indien van toepassing).
  • Vat de centrale boodschap of vraag van de tekst samen.
Midden:
  • Geef de hoofdideeën van de tekst weer in de juiste volgorde.
  • Deel het midden op in alinea’s
Slot:
  • Vat de hoofdgedachte van de tekst in één zin samen.
  • Voeg geen nieuwe informatie of interpretatie toe.
1. Maak een schrijfplan Bepaal welke informatie in je inleiding, midden en conclusie zal komen. 
Samenvatten

Slide 47 - Slide

samenvatten
Schrijf een samenvatting
  • IMS-structuur
  • Geef enkel weer wat in de tekst staat en voeg niets toe
  • Kies voor objectieve woorden 
  • Zorg dat het vormelijk correct is (geen taalfouten)
  • Gebruik signaalwoorden
  • Schrijf de samenvatting in je eigen woorden!



Slide 48 - Slide

Maak gebruik van het overzicht 

Slide 49 - Slide

samenvatten
Schrijf je samenvatting in Bookwidgets. 
  • Vertrek vanuit de mindmap
  • Maak gebruik van de hand-outs. 



Nederlands 6DUF Alen - oefeningen - Tussenstop Engelse woorden in het Nederlands - schematiseren
timer
10:00

Slide 50 - Slide

mindmap
In een mindmap noteer je verschillende aspecten van een tekst visueel : 
  • Centraal staat het kernidee, hoofdonderwerp of het centrale thema
  • Bepaal de hoofdideeën
  • Teken voor elk hoofdthema vanuit het centrum een dikke tak of pijl. 
  • Bouw verder uit met zijtakken of pijlen voor de onderliggende begrippen. Deze kan je koppelen aan tussentitels, sleutelwoorden onderaan)

Slide 51 - Slide