Futur simple (exercice)
1 / 12
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
"Ik kan uitleggen waar de futur simple voor wordt gebruikt EN hoe je hem vormt."
Slide 2 - Poll
Traduis: je ferai
Slide 3 - Open question
Traduis: il sera
Slide 4 - Open question
Traduis: nous irons
Slide 5 - Open question
Traduis: vous aurez
Slide 6 - Open question
Traduis: ils voudront
Slide 7 - Open question
Traduis: zij (v) zullen gaan
Slide 8 - Open question
Traduis: wij zullen dansen
Slide 9 - Open question
Traduis: ik zal kiezen
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Faites une phrase au futur simple
