les 1 analyseren en interpreteren

1 / 18
next
Slide 1: Slide
VvtMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Daardoor:
wordt de kans kleiner dat je bij het verzamelen van gegevens iets vergeet
heb je een houvast bij het opstellen van een zorgplan
is het gemakkelijker om gegevens uit te wisselen

Bij het verzamelen van gegevens gebruik je een classificatiesysteem.
Wat is een classificatiesysteem?

Slide 5 - Open question

Een classificatiesysteem is een hulpmiddel bij het verzamelen en vastleggen van gegevens. Het geeft richting, structuur en betekenis aan het verzamelen, interpreteren en groeperen van gegevens.

Slide 6 - Slide

De elf gezondheidspatronen van Gordon zijn:
  1. patroon van gezondheidsbeleving en -instandhouding
  2. voedings- en stofwisselingspatroon
  3. uitscheidingspatroon
  4. activiteitenpatroon
  5. slaap- en rustpatroon
  6. cognitie- en waarnemingspatroon
  7. zelfbelevingspatroon
  8. rollen- en relatiepatroon
  9. seksualiteits- en voortplantingspatroon
  10. stressverwerkingspatroon
  11. waarden- en levensovertuigingenpatroon

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Een van de domeinen van het Zorgleefplan is het domein participatie.

Wat betekent participatie?
A
dat de zorgvrager deelneemt aan sociale activiteiten
B
dat de zorgvrager waar mogelijk meewerkt aan zijn eigen verzorging
C
dat de zorgvrager naar vermogen bijdraagt in de kosten van de zorg

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat is de relatie tussen Omaha System en het zorgleefplan?

Slide 11 - Open question

Het Omaha System omvat 42 aandachtsgebieden, die zijn verdeeld over vier domeinen: psychosociaal, omgeving, gezondheidsgerelateerd gedrag en fysiologisch. 
Elk domein heeft een unieke set signalen en symptomen die een tekort, stoornis of beperking op dat gebied definiëren.
De domeinen van Omaha System komen niet overeen met de vier domeinen van het zorgleefplan. 
Maar alle zorgvragen uit het zorgleefplan komen ook aan de orde in Omaha System. 

In het zorgleefplan gebruik je je eigen woorden. In Omaha System gebruik je classificaties.

Slide 12 - Slide

Interpreteren betekent: je eigen uitleg geven aan iets wat je bij de zorgvrager waarneemt. Om de juiste uitleg te geven is het belangrijk dat je de zorgvrager kent en dat je je in hem verplaatst.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

zoek de betekenis van de volgende woorden op.
Stereotyperingen: Generaliseren: Vooroordelen; Halo-effect: Horn-effect: Projectie
noteer je antwoorden hieronder

Slide 14 - Open question

Stereotyperingen: een gemiddeld kenmerk van een grote groep doortrekken naar een individueel geval. 
Generaliseren: een kenmerk van één persoon doortrekken naar andere personen uit een groep. 
Te snel invullen en reageren: niet geïnteresseerd zijn in de zorgvrager, niet de tijd nemen om te luisteren, gebrek aan nieuwsgierigheid.
Vooroordelen: oordelen zonder bewijsvoering toekennen aan een bepaalde groep. 
Halo-effect: goede eigenschappen van een persoon hebben een uitstraling op het beeld dat je van hem vormt. 
Horn-effect: het tegenovergestelde van het halo-effect. Een negatieve eigenschap beïnvloedt je kijk op de hele persoon. De eigenschap overschaduwt de positieve eigenschappen die de persoon wel degelijk heeft.
Projectie: je eigen gedrag en redeneringen als norm nemen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

  • Stereotyperingen: een gemiddeld kenmerk van een grote groep doortrekken naar een individueel geval. Voorbeeld: deze zorgvrager is van Marokkaanse afkomst, dus hij zal wel geen varkensvlees eten.
  • Generaliseren: een kenmerk van één persoon doortrekken naar andere personen uit een groep. Voorbeeld: mijn oma houdt van de muziek van André Rieu, dus deze oudere zorgvrager zal er ook wel van houden.
  • Te snel invullen en reageren: niet geïnteresseerd zijn in de zorgvrager, niet de tijd nemen om te luisteren, gebrek aan nieuwsgierigheid.
  • Vooroordelen: oordelen zonder bewijsvoering toekennen aan een bepaalde groep. Voorbeelden: dikke mensen zijn gezellig, kinderen zijn lastig, zorgprofessionals zijn eigenwijs.
  • Halo-effect: goede eigenschappen van een persoon hebben een uitstraling op het beeld dat je van hem vormt. Voorbeelden: een keurig geklede man zal wel een goede baan hebben; iemand die sympathiek op jou overkomt, zal wel verstandige besluiten nemen.
  • Horn-effect: het tegenovergestelde van het halo-effect. Een negatieve eigenschap beïnvloedt je kijk op de hele persoon. De eigenschap overschaduwt de positieve eigenschappen die de persoon wel degelijk heeft.
  • Projectie: je eigen gedrag en redeneringen als norm nemen. Voorbeeld: als een zorgvrager een doos bonbons geeft, zal de een denken: hij is dankbaar, terwijl de ander denkt: hij wil zeker iets van me gedaan hebben.

Slide 18 - Video

This item has no instructions