Les 7, H grammaire H2A (17-10)

1 / 44
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een woordzoeker.


Aujourd'hui, c'est jeudi
H2A

Slide 2 - Slide

Le programme:
- H, grammaire het bezittelijk voornaamwoord

Reminder -> Staat al op Magister.... PW = dinsdag 12 november

Slide 3 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
- Aan het einde van de les kun je een vakantiepost op social media schrijven met behulp van de phrases-clés


Slide 4 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 5 - Slide

H, grammaire
Ouvre le livre à la page 46

We bestuderen samen de nieuwe grammatica.

Slide 6 - Slide

Uitlegvideo
Kijk mee en luister mee!

Slide 7 - Slide

Aantekening
Schrijf mee met de aantekening.
Open je aantekeningenschrift!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Stappenplan voor het bezittelijk voornaamwoord:
Stappenplan:
Stap 1: Vertaal het bezittelijk voornaamwoord. Welke 3 opties heb je?
Stap 2: Is het zelfstandig naamwoord (woord achter bezittelijk voornaamwoord) mannelijk enkelvoud, vrouwelijk enkelvoud of meervoud?
Stap 3: Begint het zelfstandig naamwoord met klinker of stomme h?  Ja? Kies dan de mannelijke vorm (ma amie -> mon amie)





LET OP! In het Nederlands kijken we naar de bezitter, maar in het Frans kijken we naar het zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld: zijn huis = sa maison (want maison is vrouwelijk dus gebruik je ‘sa’)

Slide 10 - Slide

Klassikaal oefenen...

Slide 11 - Slide

(mijn) ...... frère

Slide 12 - Slide

(mijn) mon frère
1) mijn = mon / ma / mes
2) frère = mannelijk enkelvoud en het begint niet met een klinker of stomme h --> mon frère

Slide 13 - Slide

(jouw) ...... soeur

Slide 14 - Slide

(jouw) ta soeur
1) Jouw = ton / ta / tes
2) soeur = vrouwelijk enkelvoud en het begint niet met een klinker of stomme h --> ta soeur

Slide 15 - Slide

(jouw) ...... amie

Slide 16 - Slide

(jouw) ton amie
1) jouw = ton / ta / tes
2) amie = vrouwelijk enkelvoud EN het begint met een klinker --> ik kies de mannelijke vorm --> ton amie

Slide 17 - Slide

Even oefenen...
Koppel je laptop met de LessonUp

Slide 18 - Slide

Welke drie vormen van het bezittelijk voornaamwoord heb je voor 'jouw'?
A
Mon ma mes
B
Son sa ses
C
Ton ta tes
D
Leur, leur, leurs

Slide 19 - Quiz

Welke twee vormen van het bezittelijk voornaamwoord heb je voor 'hun'?
A
mon ma
B
ton ta
C
notre nos
D
leur leurs

Slide 20 - Quiz

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Mon / Ma / Mes père aime les fleurs.
A
Mon père
B
Ma père
C
Mes père

Slide 21 - Quiz

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Ils jouent dans leur/ leurs jardin.
A
leur
B
leurs

Slide 22 - Quiz

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Anna lit son / sa / ses livre (m ev).
A
son livre
B
sa livre
C
ses livre

Slide 23 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
On est en vacances avec (onze) ...... chien Youpi
A
notre
B
nos

Slide 24 - Quiz

Vertaal:
mijn zus

Slide 25 - Open question

Vertaal:
haar cadeau (= mnl. ev.)

Slide 26 - Open question

Vertaal:
jullie auto's (voitures)

Slide 27 - Open question

Zijn er nog vragen over het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 28 - Slide

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 30ABE + 31A + 33B
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Prêt (klaar)? Leren grammatica / leren zinnen G / herhalen voca F Slim Stampen
Selectie opdrachten: 30ABE + 31A

Slide 29 - Slide

Extra uitleg bezittelijk voornaamwoord:
- Het schema moet je uit je hoofd leren, zodat je precies weet welke vorm je nodig hebt.
- Kijk altijd na het woord dat achter het bezittelijk voornaamwoord staat (mannelijk? vrouwelijk? enkelvoud? meervoud? klinker of stomme h?)

Probeer eens antwoord te geven op de volgende vragen....

Slide 30 - Slide

Maak de juiste vorm:
1) (mijn) ................... frère
2) (onze) ............. maisons (huizen)
3) (haar) .......... livre 
4) (Uw) ............. soeur

Slide 31 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Faire: 30ABE + 31A + 33B
- Apprendre: grammaire H + phrases-clés G

Slide 32 - Slide

SO bespreken:
Wat? Zorg dat je tafel helemaal leeg is. Na het bespreken van het SO kun je vragen stellen.

Geen vragen na het bespreken? Geef de toets door naar voren.


Slide 33 - Slide

Ga nu zelf aan het werk:
Wat? Exercice 31A en 31B
Op welke manier? Je maakt de opdracht voor jezelf in stilte
Hulp? Heb je vragen, steek je vinger op
Uitkomst? Na 5 minuten bespreken we de opdrachten
timer
5:00

Slide 34 - Slide

Uitspraak+vocabulaire spel:
Wat? Je krijgt 3 minuten om in totale stilte vocabulaire A te leren. Hierna gooit de docent een balletje naar een leerling en noemt hierbij een woord (in het Nederlands). De leerling die de bal krijgt noemt de Franse vertaling.

De uitspraak én de vertaling moet juist zijn (andere klasgenoten letten op of het juist is)
Goed? Andere leerling krijgt de beurt
Fout? Dezelfde leerling krijgt nog een woord
Ouvre le livre à la page ...
timer
3:00

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Aan de slag met het huiswerk:
- Wat? Exercice 33B 
- Klaar?  Leren voor het proefwerk van volgende week dinsdag (leerstof zie Magister)

Slide 37 - Slide

Vocabulaire F, uitspraak
  • Ouvre le livre à la page ...
  • Je hoort het audiofragment van vocabulaire F. Na elk woord zeg je het woord hardop na.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide