Thema 9 Toets versie B

• Middelbare school

Vooraf

• LessonUp werkt het beste in Chrome. 
• Bij deze toets wordt gebruik gemaakt van 'bronnen'
• Plaatje vergroten? Klik erop!
• Weer kleiner maken. Links onderin op het kruisje klikken.
• Wil je de vraag horen? Klik op 
• Zelf een vraag stellen? Listen Up of een privébericht in Teams sturen
• Let op: Vraag beantwoord? Dan kun je NIET meer terug in de toets.
• Vergeet niet de toets in te leveren als je klaar bent. 

Door het maken van deze toets verklaar ik deze zelf (=alleen) te maken zonder boek, telefoon en andere hulpmiddelen. Geef hieronder het antwoord 'JA' om te beginnen.

In wat voor landschap ontstaat veen?

1. stuwwallenlandschap
2. moeraslandschap
3. IJslandschap
4. berglandschap

Welke fossiele brandstoffen zitten er in de Nederlandse bodem?

1. Aardolie, aardgas en steenkool
2. Steenkool en aardgas
3. Aardgas, alleen in groningen
4. Nederland heeft geen fossiele brandstoffen

In 1848 heeft Thorbecke de grondwet geschreven. Thorbecke schreef: 'de koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk.'

Thorbecke was ...

1. Liberaal
2. Conservatief
3. Confessioneel
4. Socialist

Wie heeft de wetgevende macht vanaf 1848?

1. Parlement
2. Regering
3. De Eerste Kamer
4. De Tweede Kamer

Welke drie maatschappelijke stromingen kennen wij?

Wat was de eerste sociale wet?

1. Algemene Ouderdoms Wet
2. Bijstandswet
3. Kinderwetje van Van Houten
4. Armenwet

 Probleem:

Probleem:

Het leven wordt beter door: 

Maatregel

vuil drinkwater

ontlasting in grachten (3)

onhygiënische kinderverzorging

slechte huizen

ontlasting in grachten (3)

consultatiebureaus

aanleg riolering

Woningwet

aanleg waterleiding

reinigingsdiensten

demping grachten

Koning Willem I kreeg de bijnaam 'koning-koopman'. Wat betekent die naam?

1. Dat Willem I veel spullen kocht.
2. Dat Willem I veel deed voor de handel.
3. Dat Willem I erg rijk werd.
4. Dat Willem I een absolute koning was.

Wat deed Willem I om de Nederlanden te moderniseren?

1. Aanleggen van wegen, kanalen en spoorwegen.
2. Subsidies geven aan fabrieken.
3. De koloniën vielen nu onder direct bestuur van Nederland, geen VOC en WIC
4. Hij richtte de Nederlandse Handelsmaatschappij op

Een leerdoel van deze les is:
Het gebruik van vervoermiddelen in Nederland
in de juiste tijdsvolgorde plaatsen.
Bekijk het filmpje en beantwoord deze vraag.

Schijf in je eigen woorden op wat nationalisme is.

Welk begrip wordt bedoeld?

1. antisemitisme
2. nationalisme
3. militarisme
4. modern imperialisme

Welk begrip wordt bedoeld?

1. antisemitisme
2. nationalisme
3. militarisme
4. modern imperialisme

Wanneer was het Revolutiejaar?

1. 1813
2. 1815
3. 1830
4. 1848

Dit is een voorbeeld van

1. schaalvergroting
2. irrigatie
3. mechanisatie
4. specialisatie

Wat was een logisch direct gevolg van de verbeterde landbouwtechnieken?

1. Meer voedsel
2. Bevolkingsgroei
3. Verstedelijking
4. Specialisatie

'Niet de koning zelf, maar zijn ministers zijn verantwoordelijk voor besluiten.' hoort bij:

1. ministeriële verantwoordelijkheid
2. onschendbaar
3. censuskiesrecht
4. klassieke grondrechten

Wie heeft de wetgevende macht vanaf 1848?

1. Parlement
2. Regering
3. De Eerste Kamer
4. De Tweede Kamer

Wat betekent censuskiesrecht uit de grondwet van 1848?

1. Mannen mogen stemmen
2. Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
3. Mannen die boven een bepaald bedrag belasting betalen mogen stemmen
4. Iedereen mag stemmen

Dit is een voorbeeld van

1. schaalvergroting
2. irrigatie
3. mechanisatie
4. specialisatie

Wat was een logisch direct gevolg van de verbeterde landbouwtechnieken?

1. Meer voedsel
2. Bevolkingsgroei
3. Verstedelijking
4. Specialisatie

Einde toets! 

Je mag via Teams een chatbericht sturen dat  je klaar bent. Je kan de toets inleveren door op sluiten te drukken. Als ik de toets goed binnen heb krijg je van mij een berichtje dat ik je toets heb ontvangen en dan kan je Teams verlaten.