Unit 3, lesson 2 (2)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Today

1. StudyGo
2. Rewind: some & any, present continuous vs present simple. 
3. Homework check
4. (home) Work!
5. Looking back

Aan het einde van deze les..

1. .. kun je aan een klasgenoot uitleggen over some & any
2. .. kun je aan een klasgenoot uitleggen wat het verschil is tussen de present simple en de present continuous en hoe je deze gebruikt. 

Some & any

Present continuous VS present simple

Schrijf, zonder in je boek of aantekeningen te kijken, alles op je blaadje wat je nog weet over some & any en de present  continuous vs de present simple.

Complete the puzzle!

• Maak binnen 1 minuut groepjes van 4.
  
• Wijs een 'voorzitter' aan.
  
• Bespreek je braindumps met elkaar, vul je eigen braindump aan en bepaal samen wat je over some & any en de present continuous vs present simple aan een klasgenoot zou vertellen. Je mag hier je boek / aantekeningen bij gebruiken. Schrijf dit op de achterkant van je blaadje.

• Voorzitters; sta op!
• Sluit aan bij een ander groepje.
• Leg de some & any en de present continuous vs present simple aan dit nieuwe groepje uit. 
• Na de uitleg geeft de rest van het groepje feedback aan de voorzitter. Hoe heeft ze het gedaan? En waarom vond je dat? 
• Aan het einde klassikale terugkoppeling. 

Overlegstem: ik hoor je, maar kan niet verstaan wat je zegt. 

Wat heb je uitgelegd, gehoord, of aan feedback gegeven? 

2. Homework check

Homework was:

• Maken: exc. 21 t/m 24 (Book A, p.71 tm 73)
    & oefenzinnen uit de les afmaken.

Check together:

21,22,23,24

Please, open your book (A): p.71

Vul in: present simple of present continuous

Schrijf de volledige zin in je schrift.

1. She usually (go) to school by bike, but today she (take) the bus.
   
2. Look! The children (play) in the park.
   
3. My dad (not/work) on weekends.
   
4. What (you/do) right now?
   
5. They (visit) their grandparents every Sunday.
   
6. We (not/like) spicy food.
   
7. He (watch) a movie at the moment, so he (not/answer) his phone.
   
8. The teacher (give) us a test every Friday.
   
9. Why (you/run) so fast? Are you late?
   
10. I (think) you are right, but I (still/consider) other options.

Homework, Monday Nov. 11th:

Maken: 

• Unit 3, lesson 2: practise more words & grammar (online)

Leren:

• Checkbook unit 1, 2 & 3

      (p.162 t/m p.173)

• Voor jezelf
• In stilte
• Vragen? Steek je vinger op. 
• Tijd tot aan de afsluiting van de les.
• Klaar? StudyGo, Read Theory óf Write & improve.

Ik kan aan een ander uitleggen wat het verschil is tussen de present continuous en present simple én hoe je deze gebruikt.

010