Voorbeeld van een goed antwoord op vraag 4
a De meeste spoorwegverbindingen lopen vanuit Noord-Engeland naar de havensteden en Londen, dus daar was ook de meeste productie.
b Er was veel aandacht voor en trotse gevoelens over de snelle ontwikkeling van het Britse spoornetwerk, de kinderen op school leerden er zelfs over.
c Oorzaak: De bouw van spoorwegen. Gevolg: toenemende productie van ijzer en hout voor het fabriceren van de spoorwegen en treinen.
Oorzaak: Toenemende productie. Gevolg: Bouw van spoorwegen en treinen om alle grondstoffen en eindproducten op de goede locatie te krijgen.