Britse rijk - leidende vraag 3 - Les 2 Industrieel kapitalisme en de Reform bill
Graag zitten volgens plattegrond. Telefoon in de bak!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Graag zitten volgens plattegrond. Telefoon in de bak!
Slide 1 - Slide
LV3 - 2. Industrieel kapitalisme en de Reform bill
Slide 2 - Slide
Vorige les
Slide 3 - Slide
Wat was niet een oorzaak van de industriële revolutie?
A
Huisnijverheid: boeren wilden meer machines
B
Grondstoffen: grote hoeveelheden steenkool en ijzererts, en katoen uit de kolonies.
C
Verbeteringen in de landbouw leidden tot een voedsoverschot
D
Bevolkingsgroei: sterftecijfer daalde doordat er meer voedsel beschikbaar was
Slide 4 - Quiz
Vanaf welk jaar vond in Groot-Brittannië de industriële revolutie plaats?
A
1750
B
1850
C
1800
D
1900
Slide 5 - Quiz
Ontwikkelingen die de industrialisatie mogelijk maakten waren:
A
Overgaan van huisnijverheid naar werken in fabrieken.
B
Uitvindingen die het mogelijk maakten op grotere schaal te produceren.
C
Verbeteringen in de landbouw.
D
Groei van de bevolking als gevolg van verbeteringen in landbouw.
Slide 6 - Quiz
De bevolkingsgroei in Groot-Brittannië was een gevolg van:
A
Verbeteringen in de landbouw waardoor meer voedsel beschikbaar kwam.
B
De aanwezigheid van voldoende arbeiders.
C
Medische ontwikkelingen die ervoor zorgden dat mensen langer leefden.
D
Toenemende vraag naar industrie producten.
Slide 7 - Quiz
leerdoelen
Slide 8 - Slide
industrieel kapitalisme
Slide 9 - Slide
van handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme
handelskapitalisme: winsten uit handel werden geïnvesteerd in de uitbreiding van handelsnetwerken, technische ontwikkelingen en transportmiddelen.
industrieel kapitalisme: de opkomst van de industrie zorgde ervoor dat winsten uit handel (en industrie) werden geïnvesteerd in een verdere uitbreiding van de industrie en in technische ontwikkelingen en infrastructuur.
Slide 10 - Slide
Liberale markteconomie
desnoods met dwang
Slide 11 - Slide
Leerdoel
Je kan de betekenis van de reform bill voor ondernemers in de Britse steden beschrijven.
Slide 12 - Slide
Kenmerkend aspect
Slide 13 - Slide
Politieke macht voor ondernemers
Slide 14 - Slide
Districtenstelsel: Per district (soort provincie) werden er mensen gekozen om zitting te nemen in het parlement.
Door de industriële revolutie was de bevolkingsdichtheid van de industriegebieden veranderd.
Van oudsher had de (inmiddels veel mindere belangrijkere) adel veel te zeggen in de politiek
De fabriekseigenaren (ondernemers) wilden graag meer invloed in het parlement.
Politieke macht voor ondernemers
Slide 15 - Slide
Reform bill (2 wijzigingen)
Slide 16 - Slide
Men moest over een bepaalde hoeveelheid bezit en geld beschikken om te mogen stemmen.
- Het was dus vooral de gegoede burgerij, adel en fariekseigenaren die mochten stemmen.
- Arbeiders en ambachtslieden met weinig tot geen niet mochten niet stemmen
Wie mochten er stemmen?
Slide 17 - Slide
Reform Bill
Ondernemers wilden meer politieke invloed.
Reform Bill (hervormingswet) = herziening kiessysteem (1832):
districten met veel platteland en steeds minder inwoners kregen minder zetels;
bij de nieuwe industriesteden werden nieuwe districten opgezet met meer zetels;
het kiesrecht werd uitgebreid voor kleinere ondernemers en winkeliers
GEVOLG?
De oude landadel op het platteland kreeg minder invloed.
De nieuwe industriëlen die in de steden leefden en werkten, kregen meer invloed.
Slide 18 - Slide
Politieke macht voor de ondernemers
De macht verschoof zo van het platteland en de adel naar de nieuwe industriegebieden met hun sterk groeiende steden.
Arbeiders profiteerden echter niet van de Reform Bill, zij hadden te weinig bezit om kiesrecht te verkrijgen.
Van de Reform Bill profiteerde vooral de gegoede burgerij en ondernemers in de industriesteden.
Slide 19 - Slide
Samenvatting
Ondernemers wilden meer politieke invloed. Die kregen zij met de Reform Bill in 1832.
Slide 20 - Slide
Huiswerk
- Maak de examenvragen af en lever ze in.
- maak van paragraaf 1.3:
Slide 21 - Slide
Opdracht
Maak vraag 3 en 4 van de examenvragen
Je mag nog steeds je boek gebruiken.
Over 12 minuten nabespreken
Klaar? Ga verder met 1.3 vraag 1 en 2
timer
12:00
Slide 22 - Slide
Tot aan 1750 was er sprake van handelskapitalisme.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Leg uit wat het begrip industrieel kapitalisme betekent en vanaf wanneer daarvan sprake was.
Slide 24 - Open question
Door veranderingen in wereldhandel en opkomst industrie veranderde de rol van de overheid in economie:
A
Onjuist, de overheid beschermde de handel met de koloniën zoveel mogelijk.
B
Onjuist, er werd veel belasting geheven op import uit andere landen.
C
Juist, door industrieel kapitalisme ontstond liberale markteconomie.
D
Juist, fabrikanten wilden vrij kunnen handelen > grondstof en afzet.
Slide 25 - Quiz
In een liberale markteconomie moet de overheid zich zo min mogelijk met de economie bemoeien.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 26 - Quiz
Leg uit wat de invoering van de Reform Bill in 1832 te maken had met het ontstaan van de nieuwe sociale klassen rijke industriëlen.