Fictie hoofdstuk 1.1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Goedemorgen :-)

• Lesboek
• Schrift
• 
  

Eerste les

Mw. de Weerd 

Ben :-)

Periode 1

• Periode 1: tot aan de herfstvakantie 
• Lesstof: fictie & spelling 

      

Les 1 

• Klassikaal lezen: "Alaska"
• Lesboek

Les 2

Klassikaal lezen: "Alaska"

Lesboek

Les 3

Spelling: test je kennis

Lesdoelen

• Ik geniet van het boek "Alaska" :-)
• Ik weet het verschil tussen fictie en non-fictie

Wat ga je doen?

• Maak opdracht 5 op bladzijde 11

!Zinnen schrijf je in je schrift
Iets aankruisen/omcirkelen mag in je boek

Hulp nodig?

• Lees de vraag nogmaals
• Vraag je buur om hulp
• Ga verder met de volgende vraag (leg je kaartje op oranje) 

Klaar?

• Beantwoord de volgende vraag:

"Wat heeft jouw voorkeur: fictie of non-fictie? Geef voorbeelden van jouw voorkeur.

Je mag zachtjes overleggen

Goedemorgen :-)

• Lesboek
• Schrift
• Stoplicht op groen

Les 2/ FICTIE NON FICTIE

      

Les 1 

• Klassikaal lezen: "Alaska"
• Lesboek

Les 2

Klassikaal lezen: "Alaska"

Lesboek

Les 3

Spelling: test je kennis

Lesdoelen

• Ik geniet van het boek "Alaska" :-)
• Ik weet het verschil tussen realistisch en niet-realistisch

Wat ga je doen?

• Maak opdracht 8 B,C,D,E,F

Hulp nodig?

• Lees de vraag nogmaals
• Vraag je buur om hulp
• Ga verder met de volgende vraag (leg je kaartje op oranje) 

Klaar?

• Opdracht 9a, 9c

Eerste vijf minuten in stilte

Daarna mag je zachtjes overleggen

Goedemorgen :-)

• Lesboek 
• Schrift
• Stoplicht op groen

Les 3. Proeftoets spelling. OPdracht 2 als ze klaar zijn

Wat ga je doen?

• Maak Opdracht 8
• Werk daarna verder in je boek

Hulp nodig?

• Leg je kaartje op oranje en ga verder met de volgende vraag. Ik kom langs. 
  

Klaar?

• Opdracht 9a

Hoe?

• Eerste vijf minuten in stilte
• Daarna mag je zachtjes overleggen

Wat ga je doen?

• Maak de oefentoets
• Werk daarna verder in je boek

Hulp nodig?

• Leg je kaartje op oranje en ga verder met de volgende vraag. Ik kom langs. 
  

Klaar?

• Pak je lesboek. Lees de tekst op bladzijde 8 en 9. 
• Maak opdracht 2 
• Schrijf je antwoorden in je schrift 

Hoe?

• In stilte
• Je mag niet overleggen