- Absence: iemand met een absence stopt plotseling midden in een handeling en staart dan 3 tot 30 seconden voor zich uit. Het lijkt alsof hij aan het dagdromen is. Daarna gaat hij weer verder met waarmee hij bezig was. Van de absence kan iemand zich naderhand niks meer herinneren.
- Myoclonische aanval. Bij een myoclonische aanval heeft iemand spierschokken en kort bewustzijnsverlies. Soms merkt de persoon zelf of de omgeving niet eens dat deze persoon een epileptische aanval heeft. Soms gaat een arm slechts één keer op en neer of trilt alleen het ooglid.
- Tonische aanval. Dit is grotendeels vergelijkbaar met een tonisch-clonisch aanval, alleen ontbreken de stuiptrekkingen. Het lichaam verstijft dus alleen.
- Clonische aanval. Dit is eigenlijk het tegenovergestelde van een tonische aanval: De ledematen bewegen in zich herhalende ritmische schokken, maar de lichaamsverstijving blijft uit.
- Atone aanval. Hierbij verliest iemand plotseling alle kracht in het lichaam, waardoor hij slap op de grond valt. Een dergelijke aanval wordt daarom ook wel een valaanval genoemd. Deze bewusteloosheid duurt meestal maar een paar seconden. Door de plotselinge val kan iemand zich echter wel lelijk bezeren. Daarom zullen artsen ook aanraden om een valhelm te dragen als dit soort aanvallen zich herhaaldelijk voordoen.