This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat is opvoeden? waar denk je aan?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Het kind ontbijt met een reep chocola, is heel de dag aan het Netflixen. er is weinig communicatie met de opvoeders. Welke opvoedstijl past hier bij?
A
Autoritaire stijl
B
de toegeeflijk stijl
C
democratisch stijl
D
verwaarlozende stijl
Slide 8 - Quiz
Het kind mag gaan en staan waar hij wil. Hij hoeft ook niet echt te presteren. Als het kind maar gelukkig is. Er wordt veel gesproken over gevoel en emotie. Welke opvoedstijl past hier bij?
A
Autoritaire stijl
B
de toegeeflijk stijl
C
democratisch stijl
D
verwaarlozende stijl
Slide 9 - Quiz
Het is hartje winter, het kind heeft al 1 week lang dezelfde trui aan. Er wordt niet echt omgekeken naar het kind. Welke opvoedstijl past hier bij?
A
Autoritaire stijl
B
de toegeeflijk stijl
C
democratisch stijl
D
verwaarlozende stijl
Slide 10 - Quiz
Er wordt voor het kind bepaald met wie hij omgaat en moet vooral presteren op school. Er is verder weinig communicatie met de opvoeders. Welke opvoedstijl past hier bij?
A
Autoritaire stijl
B
de toegeeflijk stijl
C
democratisch stijl
D
verwaarlozende stijl
Slide 11 - Quiz
Moeder en zoon maken samen een plan hoe zij de vakantie gaan doorbrengen. Er wordt goed geluisterd naar elkaar Er is goede communicatie. Welke opvoedstijl past hier bij?
A
Autoritaire stijl
B
de toegeeflijk stijl
C
democratisch stijl
D
verwaarlozende stijl
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Welke kenmerk hoort bij de volgende opvoedingsstijlen?
1. Autoritaire opvoedingsstijlen
2. Autoritatieve opvoedingsstijl
3. Permissieve opvoedingsstijl
4. De verwaarlozende opvoedingsstijl
De ouders/opvoeders tonen weinig aandacht of interesse voor de kinderen. Het kind moet zijn plan trekken.