1Hi periode 2 les 9 boekenvlog en Verdacht les 5

welkom 1Hh
Ga zitten en luister naar dit avontuur van Onzin en Vladimir.
 
timer
1:00
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

welkom 1Hh
Ga zitten en luister naar dit avontuur van Onzin en Vladimir.
 
timer
1:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

spelling test
beter spellen...

Slide 2 - Slide

plak
onder de plak zitten = dat iemand de baas over je speelt.
Vroeger kregen kinderen op school klappen mals ze iets verkeerd hadden gedaan. Die klap werd gegeven met een plak. Dat was een stok emt aan het einde een ronde schijf. Hier gaf de schoolmeester de kinderen voor straf een klap mee op hun hand. Sommige hadden zelf ijzeren puntje, zodat de klap extra pijn deed.

Slide 3 - Link

This item has no instructions

programma
  • Lezen (10 min)
  • ww-spelling tt + vt
  • feedback op de boekenvlog
  • wat neem je mee? (2 min)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
  • je hebt een opfrismoment gehad van ww spelling vt
  • je hebt feedback ontvangen op je/jullie boekenvlog

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

werkwoordspellingsapp
welke beker ben jij?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (tt)
Welke (verschillende) vormen zijn er en wanneer worden die gebruikt?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke verschillende vormen kent de pv in de tegenwoordige tijd en wanneer gebruik je die?
Antwoord: er zijn drie verschillende vormen.
Die gebruik je als volgt:
EV
MV
ik
... jij 
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

persoonsvorm in de verleden tijd (vt)
Wat zijn sterke werkwoorden?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

STERKE

werkwoorden


hebben de KRACHT om in de verleden tijd van klank te veranderen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

REGELS verleden tijd

bij sterke werkwoorden


In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt


In het meervoud: schrijf op zoals het klinkt

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

VOORBEELD

STERKE WERKWOORDEN


kopen : ik koop - ik kocht

lopen : ik loop - ik liep

geven : wij geven - wij gaven

kruipen : zij kruipen - zij kropen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

persoonsvorm in de verleden tijd (vt)
Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

ZWAKKE

werkwoorden


de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm in de verleden tijd zwakke ww
EV
mv
ik -vorm + te / de
ik -vorm + ten / den

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

lachen - lach              
                                 de H staat in 't ex-kofschip

lach+ te - hij lachte/ wij lachten
                            
Staat de laatste letter van de stam in
't ex-kofschip dan moet je -te of -ten gebruiken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Let op !

Het is nu belangrijk om eerst naar de STAM  te kijken

  1. hele werkwoord verhuizen -en  = stam verhuizen
  2. laatste letter van de stam in 't ex-kofschip?: nee
  3. dus de(n)
  4. ik-vorm van werkwoord + uitgang : verhuiSde(n)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Mijn broer (kleden) zich gistermorgen heel langzaam aan.
A
kleed
B
kleedt
C
klede
D
kleedde

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hij (fietsen) naar huis.
A
fietstte
B
fietsde
C
fietste
D
fietsten

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Toen hij het winnende doelpunt maakte, ........ het publiek
A
juigde
B
juichde
C
juigte
D
juichte

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Toen de afspraak uitliep, ...... Flip de laatste trein
A
miste
B
mistte
C
misde
D
misdte

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hij (antwoorden) snel.
A
antwoorde
B
antwoordde
C
antwoordte
D
antwoortte

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

De boekenvlog
Afgesproken en te lezen in Magister: 
inleveren (versie 1) van je/jullie boekenvlog.
In twee delen: nu feedback, ruimte voor verbetering?
Maak versie 2 en lever die in voor het 'echie'.

Per duo beoordeel je de vlog van een ander duo.
Zoek een duo

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Feedback geven aan elkaar
+ -  Wat betekent dat ook weer?
Kijk naar de beoordelingslijst. Zit alles er in? Wat is er goed, wat kan er beter?
Wees eerlijk en oprecht, zeg of noteer je feedback. 

Hoe je het ook doet, doe het met  RESPECT!
timer
15:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

lesdoel

Wat neem jij mee van deze les?  
(figuurlijk taalgebruik)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Noteer twee dingen die je hebt onthouden van deze les.

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Bedankt en tot de volgende les

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

herhaling 
werkwoordspelling tt

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

ww spelling tt
1. Hoeveel vormen zijn er?
drie
2 en 3. Wanneer worden die gebruikt?
ik-vorm: ik, ... je
ik-vorm + t: 2 en 3 persoon enkelvoud
hele ww : alle meervoudsvormen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Hoe spel je de pv in de tegenwoordige tijd?
  1. Zoek het hele werkwoord.
  2. Haal -en eraf, want dan heb je de stam. Soms kleine wijziging om daar de ik-vorm van te maken.
  3.             
EV
MV
ik
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hoe spel je de pv in de tegenwoordige tijd?
  1. Gebruik het werkwoord lopen als voorbeeld.

            Ik loop (=ik-vorm)   → ik-vorm
           Jij loopt                        → ik-vorm +t 
            Hij/zij/ het loopt      → ik-vorm +t
            Wij/jullie/zij lopen  → hele werkwoord                

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel verschillende vormen kent de pv in de tegenwoordige tijd?
antwoord: drie
Welke zijn dat?
EV
MV
ik
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je de verschillende vormen  in de tegenwoordige tijd?
EV
MV
ik,
... jij
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wanneer gebruik je die verschillende vormen in de tegenwoordige tijd?
  1. Gebruik het werkwoord lopen als voorbeeld.
            Ik loop (=ik-vorm)   → ik-vorm
           Jij loopt / Loop jij?   → ik-vorm +t / ik-vorm
            Hij/zij/ het loopt      → ik-vorm +t
            Wij/jullie/zij lopen  → hele werkwoord                

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen
Log in met je telefoon en doe mee! Alleen je eigen naam gebruiken....

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

tt:
Hans (kleden) ...... zich aan.
A
kleet
B
kleed
C
kleedt

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

tt:
Hij (beantwoorden) ..... de vraag.
A
beantwoort
B
beantwoordt
C
beantwoord

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

tt
De inbreker (bekennen) zijn misdaad.
A
bekend
B
bekendt
C
bekent

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

tt
De Turkse minister (rijden) weg uit Rotterdam.
A
rijd
B
rijdt
C
rijt

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions